De Maeslantkering, het spectaculaire sluitstuk van de Deltawerken, komt op 17 september in beweging. Wij zijn erbij om daar aan de Nachtrit te beginnen – een spookachtige tocht over de Zuid-Hollandse en Zeeuwse Deltawerken.
Tekst en foto’s Jan Dirk Onrust
Eens per jaar sluiten de liggende Eiffeltorens van de Maeslantkering (1997) de Nieuwe Waterweg af om na te gaan of alles nog goed functioneert. Dit jaar valt de functioneringstest net op de dag dat wij vanaf het bijbehorende Keringshuis aan de Nachtrit beginnen. Neus. Boter.
Eigenlijk hadden we er niet bij gekund op die dag. Maar Rijkswaterstaat was zo vriendelijk om een speciale vergunning af te geven om met de motor het terrein van de Maeslantkering te betreden. De ‘gewone’ bezoekers kunnen er alleen lopend of per pendelbusje bij. Dit alles hebben we weer te danken aan het welwillende personeel van het Keringhuis, met wie we acht jaar geleden ook al zo’n goede ervaring hadden.
Spektakel
Hoe laat Rijkswaterstaat de kering precies in beweging zet, is pas kort van tevoren bekend. Het hangt af van het weer en de stroming op de 17de september. We hopen natuurlijk dat het rond 17:30 uur gaat gebeuren, als wij je in het Keringshuis verwelkomen met koffie, gebak en een T-shirt. Maar het spektakel kan ook eerder of later plaatsvinden. Niet getreurd – ook in slapende toestand is Maeslantkering indrukwekkend. Om een idee te geven: voor een schilderbeurtje in 2014 was 330.000 liter verf nodig. De kering heeft ook nog eens de grootste kogelgewrichten ter wereld – doorsnee 10 meter – gemaakt door de enige fabriek die daartoe in 1997 in staat was: Skoda.
De mooiste S-bocht
Rond uiterlijk 18.30 vertrek je naar een ander sterk staaltje: de nieuwe weg op het jongste stukje van Nederland, de Maasvlakteweg op Maasvlakte II. De route loopt via het veer van Maassluis naar Rozenburg (2,45 euro, zelf betalen), maar omrijden (20 km) via de Beneluxtunnel kan ook.
Ook al is de Tweede Maasvlakte piepjong, industrieel en tamelijk unheimisch, kan het zomaar zijn dat je op het strand zeehonden ziet liggen. Nog veel groter is de kans dat je na de nieuwste – en misschien wel de mooiste – S-bocht van Nederland konijnen langs de weg ziet. Rijd hier dus voorzichtig.
De Deltawerken twee keer voltooid
Tussen Voorne-Putte en Goerree-Overflakkee ligt het volgende deel van de Deltawerken: de Haringvlietdam. Vier en een halve kilometer lang, na veertien jaar werk voltooid in 1971. Zeventien openingen regelen niet alleen het waterpeil van de Haringvliet, maar in geval van nood ook dat van de Nieuwe Waterweg.
Via de Brouwersdam (6,5 km) maken we de oversteek naar Schouwen-Duiveland. Daar maken we een aantrekkelijk lusje langs de vuurtoren van Haamstede om vervolgens het beroemdste deel van de Deltawerken pakken: de Oosterscheldekering van 9 km naar Noord-Beveland.
In 1969 werd begonnen met de bouw. Pas in oktober 1986 kon koningin Beatrix zeggen dat de Deltawerken waren voltooid. Dezelfde tekst kon ze elf jaar later nog eens gebruiken bij de opening van de Maeslantkering.
Exploderend asfalt
De bouw heeft zo lang geduurd omdat de politiek halverwege van mening veranderde over de aard van de kering. Eerst zou het alleen maar een dam worden, maar dan zou de Oosterschelde in een zoetwatermeer veranderen, wat grote gevolgen voor het milieu en de oestervisserij zou hebben. Na veel protest en politieke onenigheid werd het laatste deel van de dam een sluizencomplex van vier kilometer.
Niet alleen de dreiging van de zee werd gestopt. Zeeland werd door de Deltawerken ook uit zijn isolement gehaald.
Daar is weinig van te merken als we op een zaterdagavond bezig zijn met het uitzetten van de route. Het is onwezenlijk stil – de hele rit al. Op een handjevol auto’s na, komen we vrijwel niemand tegen. Al vanaf de Maasvlakte niet meer. De enige beweging is afkomstig van containerschepen, robothijskranen en lichtbundels van vuurtorens. Totdat een afslag bij Neeltje Jans nemen. Hier lijkt het wegdek krijsend te exploderen in slow motion. Bij nadere beschouwing blijken het geen brokken asfalt te zijn die ons om de oren vliegen, maar meeuwen. Het is zo rustig dat de kolonie op het wegdek was gaan slapen.
Watersnoodmuseum
De stilte houdt aan in de dorpjes en steden. Toeristisch of niet, in Haamstede en Veere zijn we de enigen op straat. In Middelburg, ooit de tweede stad van het land, zien we een paar kroeggangers op de fiets, niet veel meer.
Om Noord-Beveland uit de eenzaamheid te halen, werd de Zeelandbrug aangelegd (1963-1965). Want toen was al duidelijk dat de bouw van de Oosterscheldekering nog lang zou duren. Nog altijd is de vijf kilometer lange brug imposant, ook al maakt hij niet officieel deel uit van de Deltawerken. We nemen hem toch, want vlak daarna ligt – onder voorbehoud – het eindpunt van de Nachtrit: een restaurant bij het Watersnoodmuseum.
De aangekondigde ramp
Al in de jaren twintig van de vorige eeuw waarschuwden ingenieurs van Rijkswaterstaat voor een op handen zijnde ramp op de Zeeuwse eilanden. Maar daar was de overheid doof voor. Net als voor wel meer rampen die toen stonden te gebeuren. Desondanks werkten de ingenieurs een groot plan uit Zeeland veiliger te maken. De naam Deltawerken viel voor het eerst.
Door de oorlog ging het plan de kast in tot de beruchte nacht van 31 januari op 1 februari 1953 kwam. De combinatie van springvloed en noordwesterstorm stuwde het water onderin de trechtervorm van de Noordzee tot ongekende hoogte. In vooral de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, maar ook in West-Brabant, Engeland en België volgen zware overstromingen. Bij ons vielen 1836 doden. Het Zuid-Hollandse Oude Tonge vielen relatief gezien de meeste slachtoffers: 305.
Drie weken later werd de Deltacommissie opgericht, die nieuwe plannen maakte. En die zouden wel worden uitgevoerd.