Als de lente komt dan… is het filerijden in Zuid-Holland. Hordes toeristen komen dan de bloembollenvelden tussen Kinderdijk en Keukenhof bewonderen. Verstandige motorrijders wijken dan uit naar Noord-Holland voor een lenterit tussen kleurige bollenvelden. Het is weer lente, de natuur komt tot leven. Vogels bouwen nesten, er komt bloesem aan bomen, de bollenvelden kleuren weer in alle tinten van de regenboog. Motorfietsen rollen uit de winterstalling naar buiten en worden klaargemaakt voor het nieuwe seizoen.
Het Grote Genieten tijdens de Primavera 2023. Download de route!
We beginnen onze lenterit bij Hortus Bulborum in Limmen. Want daar hebben ze verse koffie, lekkere appeltaart en een tuin vol allerlei bloembollen. In de lente staan hier duizenden voorjaarsbloeiers in bloei, waaronder die tulpen waar Nederland wereldwijd beroemd om is. Er zitten ook soorten bij die al eeuwen oud zijn, maar niet meer commercieel worden gekweekt. In de Hortus Bulborum staan onder andere bijzondere tulpensoorten die in de zestiende eeuw tijdens de Tulpengekte populair waren, zoals de Rembrant Zomerschoon uit 1620. Heel mooi. Heel duur. En bijna uitgestorven.
Vanaf Limmen omzeilen we via zij- en omweggetjes de verkeersdrukte van Alkmaar en stomen we door naar Egmond, Bergen en Schoorl over de gronden achter de duinen. Deze geestgronden zijn vanwege de grootte van de zandkorrels zeer geschikt voor bollenteelt. Bos en duin, duin en bos wisselen elkaar af met hier en daar strakke tapijten vol bloemen ertussen. De kleuren spatten eraf. Vanaf Petten tot aan Callantsoog rijden we niet alleen door een prachtig duingebied, maar ook langs kleurrijke bloemenvelden. Lang leve de lente!
Weggevaagd
Na Groet maken de golvende lijnen van de duinen plaats voor de strakke streep van de Hondsbossche Zeewering. Het kustplaatsje Petten is in de Middeleeuwen een paar keer door de zee verzwolgen. In 1421 raasde de Sint Elisabethsvloed over kust en land, sloeg een groot gat in de duinen en vaagde Petten aan het Hondsbos weg. Ook in 1625 werden ruim honderd huizen van Petten door de kolkende zee weggeslagen. Toen in 1792 bij een zware storm de Hondsbossche bijna weer was doorgebroken werd het jaar daarna gestart met de aanleg van de Hondsbossche Zeewering. En toen kwamen in 40-45 de Duitsers, niet met campers maar met zwaarder materiaal. Petten moest wijken voor de Atlantikwall, maar herrees na de bevrijding weer als een feniks uit de zee. Laat het maar aan Nederlanders over om door noeste arbeid het land weer op te bouwen, de waterwolf te temmen en in de gemeente Hollands Kroon, helemaal in de kop van Noord-Holland, het grootste aaneengesloten bloembollengebied ter wereld uit de grond te stampen.
Vanaf maart komen eerst de krokussen op. Daarna bloeien de narcissen en hyacinten. Dus al ruim voordat de tulpen, die kroon op de Hollandse bloembol, in volle glorie te zien zijn, kan je in Noord-Holland op ’n lenterit uitgestrekte bloemenvelden bewonderen. De meeste tulpenvelden zijn op hun mooist vanaf half april tot half mei. Het tulpenseizoen eindigt wanneer het ‘koppen’ begint. De bloemen worden dan van de bollen gehaald, zodat alle energie gaat naar de groei van de bol en niet naar de bloemen. Dit is meestal half mei, maar soms ook eerder. Misschien moeten we meerdere ‘tulpenritten’ organiseren, want wat is daar niks mee.
Mooie bloemslingers
Neem eens wat vaker een bloemetje mee. Bij veel kwekers langs de bollenroute kunnen we ook zelf een ruikertje plukken en kopen voor moeders-de-vrouw of vaders-de-man thuis. In Julianadorp kan dat bij Pluktuin De Floratuin. De entree is gratis en we kunnen er ook de tulpenshowtuin bekijken en bloembollen kopen. We kunnen kiezen uit maar liefst driehonderd soorten. En in Anna Pauwlona mogen we gratis en voor niks in de Poldertuin rondstappen. In het statige polderhuis was vroeger het waterschapskantoor gevestigd. Een mooie entourage voor een parklandschap, de Poldertuin dus, van bomen en waterpartijen, waartussen ook weer prachtige bloembollenperken op soort zijn gepoot.
Na dit Klein Keukenhofje trekken we mooie bloemslingers door Hollands Kroon en sturen we richting IJsselmeer. Want ook in de westkant van Noord-Holland liggen prachtige bloembollenvelden langs onze lenteroute. In Wieringerwerf kunnen we op Tulpenexcursie bij Siem Munster. Deze kweker gaat een stapje verder dan collega’s, want hij laat ook tulpen tussen de bloembollenvelden in de kassen groeien, van december tot mei, wel een miljoen stuks tegelijk in alle stadia van groei en bloei. Duitsers met campers zijn er welkom, net als andere campergasten trouwens.
Dat klink allemaal mooi en aardig, maar zo’n camper mist voor ons toch een belangrijk deel romantiek die een motorfiets wel biedt. Vrijheid, blijheid, dat werk. Dat gaat toch het beste op twee wielen?
En dat rijden gaat vandaag steeds lekkerder, steeds soepeler. Langs Medemblik, Enkhuizen, Andijk en Hoorn bieden we fijne stuurwegen uitzicht op de Noord-Hollandse bloemenpracht. Die bloembollen kwamen uit Azië via Turkije eind zestiende eeuw naar Europa. Toen begon Nederland zo’n beetje aan de Gouden Eeuw en werden sommigen rijk genoeg om allerlei exotische spullen te verzamelen, waaronder dus planten. En bloemen uit bollen werden in die tijd heel populair vanwege die ongekende kleurenpracht. Iets om mee te pronken, om de buurman mee de ogen uit te steken. Hij een Jawa, jij een Harley. Dat werk.
Barack Obama in de polder
Ten zuidoosten van Alkmaar ligt De Beemster. Die streek is niet alleen bekend om de kazen, maar ook om de bollenvelden in het voorjaar. Overal schitteren tulpenvelden, zoals langs het Noordhollandsch Kanaal en rondom het plaatsje De Rijp, dat een eiland was voordat de Beemsterpolder in de zeventiende eeuw werd drooggemaakt. De georganiseerde manier waarop dat gebeurde is nog altijd terug te zien in het geometrische patroon van deze regio. Dat leverde De Beemster trouwens ook een UNESCO-oorkonde op. In de rechtlijnigheid van de droogmakerij passen de bloembollenvelden naadloos, maar gelukkig zijn er rond de Beemster ook slingerweggetjes over oude dijken.
In mei 2023 bracht Barack Obama een bezoek aan deze bloembollenvelden. Hij bekeek de tulpenvelden van de Noord-Beemster en lunchte daarna bij Restaurant 1612 met een salade met geitenkaas en in plaats van bloembollenpuree-patat van Beemster aardappels. Met Hollandse nuchterheid vertelde kweker Niek Konien over het bezoek van de oud-president aan zijn tulpenvelden:“Hij is een normaal persoon, net als wij. Voor ons is het bijzonder wat hij allemaal doet in Amerika, voor hem is het bijzonder wat wij doen in de Beemster met de tulpen.’ Waarin een klein land groot kan zijn.
De Beemster bollenvelden lopen door tot aan De Rijp. Dat plaatsje met schitterende panden langs de gracht dankt zijn pracht en praal weer aan een andere oer-Hollandse economische activiteit. Museum het Houten Huis toont hoe De Rijp, dat nu door droogmakerijen met bloembedden is omgeven, vroeger een belangrijk centrum was van de walvisvaart, in de tijd dat traanolie ongeveer dezelfde betekenis had als benzine nu. Bij cafetaria De Walvis sluiten we onze voorjaarsrit af op het terras tussen oude panden met fraaie gevels.
TULPENGEKTE!
In de zestiende eeuw namen Europese schepen planten mee van hun ontdekkingsreizen. Aardappelen en tomaten, maar ook exotische sierplanten. Universiteiten legden plantentuinen aan, in Leiden stond arts en botanicus Carolus Clusius aan het hoofd van de Hortus Botanicus. Van zeelieden kreeg hij planten uit andere werelddelen om te bestuderen en van een diplomaat in het Ottomaanse Rijk een onbekende bloemsoort. Dat was dus de tulp. In de Leidse Hortus kweekte hij hiermee de eerste, grote tulpencollecties van Europa. De bollenteelt en -handel ontstonden rond Haarlem, vanwege de geschikte zandgrond én het aanwezige geld dankzij de bloeiende laken- en bierindustrie.
Dat juist de tulp een succesnummer werd, en niet bijvoorbeeld de krokus of de tomaat, was te danken aan de magie van de bloem zelf. De tulp kent een eindeloze soortenrijkdom en presenteert zich van jaar tot jaar in nieuwe kleuren en ontwerpen. Tulpen vermeerderen was aanvankelijk het terrein van liefhebbers, maar toen de tulp een lucratieve business werd, verscheen een nieuwe beroepsgroep ten tonele: de ‘bloemisten’, verenigd in gespecialiseerde handelshuizen. Die zorgden voor wat wel eens de eerste speculatieve bubbel in de geschiedenis van het kapitalisme ter wereld wordt genoemd.
Met name de gevlekte tulp werd razend populair. Prijzen werden opgestuwd, zo ontstond de ‘Tulpengekte’. Van de meest gewilde tulpensoorten vertwaalfvoudigde de prijs. In Haarlem steeg een pond Switser tulpen van 125 gulden op 31 december 1636 naar 1.500 gulden op 3 februari 1637. Toen was de Tulpengekte ineens voorbij. De bubbel was gespat.
Bloemisten werden bedreigd, in Amsterdam verscheen een pamflet: Dood-Rolle met hun namen en adressen. De Tulpengekte kreeg gaandeweg mythische proporties. Er deden de wildste verhalen de ronde. Handelaren zouden uit wanhoop in de gracht zijn gesprongen, er werd gesproken over dramatische faillissementen. Het zou zelfs gezorgd hebben voor de economische neergang van de Republiek der Nederlanden. Dat is allemaal zwaar overdreven. De Tulpengekte was een koortsstuip die weer verdween. En de tulpen zijn nu niet meer exclusief voorbehouden aan rijke handelaren. Camperistas, motorrijders, iedereen kan er in het voorjaar van genieten.
Adressen
- Hortus Bulborum in Limmen: www.hortus-bulborum.nl
- Pluktuin in Julianadorp: www.floratuin.com
- Poldertuin in Anna Paulowna: www.poldertuin.mystrikingly.com
- Tulpenexcursie Wieringerwerf: www.tulpenexursie.nl
- Museum het Houten Huis in De Rijp: www.houtenhuis.nl
Download de route Tulpengekte
Foto’s: Michel van Dam
Bekijk hier een reportage van de Primavera 2023: