Wie zoekt naar de ‘Grootste Stad der Nederlanden’, zal zijn heil in eerste instantie zoeken in de Randstad. Maar slinger de motor aan in de vollemaanse nacht, wanneer het duister de tijd vervaagt en je terugslingert naar de Middeleeuwen. Gent is de naam van een wereldstad, na Londen en Parijs de grootste stad van Noord-Europa. Tot op de dag van vandaag druipen mysterie, trots en leed er nog langs de middeleeuwse muren.
Je mag er niet meer komen. Langs het Belfort, de Leie en het Gravensteen waarschuwen borden de enige onverlaat op een motor voor verboden terrein. Maar Gent is doodstil, op een enkele nachtbraker na rust de stad uit van haar stroom toeristen en blijven de centrumstraten leeg achter. En zo schakelt de brute Honda CB1000R haar magische fluisterstand in en glijden we langzaam maar zeker langs de eeuwenoude publiekstrekkers. Verboden terrein of niet, het centrum van Gent ademt de grandeur van lang vervlogen tijden, van vrachtvervoer over de Leie en bedrijvigheid op de kade. Maar nu is het stil. Een verdwaalde student kachelt gemoedelijk langs het water, wij sturen richting de Vrijdagmarkt, waar wevers en volders elkaar in de 13e eeuw de schedel insloegen en meteen Jacob van Artevelde, de ‘wijze man van Gent’, een kopje kleiner maakte. Vannacht schijnt de maan op hem neer, als standbeeld te midden van dit historisch plein, waar de laatste publieke onthoofding nog geen twee eeuwen geleden plaatsvond.