vrijdag 22 november 2024

Alpen: Dagboek van een Bergwerker

In onze uitgestrekte polderpannenkoek ontbreekt het aan stijgende dan wel heupwiegende slingerwegen. Het hoogst haalbare, op een paar provincies na, is letterlijk een viaduct of dijkweg. Maar da’s dag in, dag uit niet echt bevredigend. De Alpen heeft daarom met stip onze voorkeur voor een hoognodige inhaalslag.

 Jacco van de Kuilen

Voor de uitvoering van onze jaarlijkse Operatie Hoogtewerk kunnen we eigenlijk naar elk Alpenland. Toch vermijden we Zwitserland met een reden: het risico van laarskrommende bekeuringen. Onze operatie heeft daarom meer het karakter van een queeste waarin verschillende, meer en minder bekende bergpassen centraal staan. Hans heeft de route uitgezet, heeft ie maanden over gedaan, vertrekken we uit hartje Nederland. De route leidt ons via Duitsland naar Oostenrijk, Italië en Frankrijk. Met een tandenborstel, vier camera’s en zeven onderbroeken – want een week onderweg – in de koffers gaan we op weg. 3.500 Kilometer en drie Kawasaki’s, met de brandstoftanks vol goede moed. Wat een heerlijk vooruitzicht.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/bergwerker.GPX”]

Dinsdag 10 juli: Hoe drie Kawasaki’s over de autobahn scheuren

Met een grijns van oor tot oor rijden we het asfalt van de Duitse Autobahn op. Het Grote Opschieten is begonnen. Twee Kawasaki GTR’s katapulteren legaal met ruim 200 km/u richting zuidoosten. Frank volgt in de slipstream op z’n Ninja H2 SX Tourer. De langzaamste rijdt immers altijd voorop… Iedere vezel in het lijf geniet intens, maar is ook super geconcentreerd. De eerste 550 kilometer over de E31 naar Ulm staan dan ook al vlot op de tripmeter.

Na Ulm is het bye bye Autobahn en gaat het naar Lindau. De glooiende en uitgerekte bos- en akkerwegen van Beieren gebruiken we om de heupen alvast wat los te rijden. Achtung! Rood wild. Het struint hier in grote aantallen rond. Verder prachtige kastelen, heldere kronkelbeekjes en lieflijke vakwerkhuisjes in een broeierig warm Beieren. In de verte dreigt onweer. Glooiingen worden heuvels en bochten haarspeldbochten. Christusbeeldjes langs de weg herinneren ons aan de snelheid. Of zijn het heiligverklaringen voor het perfecte asfalt? Geen wonder dat hier dichtbij het toppunt van Duits motorvernuft zich heeft gevestigd. De deelstaat Beieren ademt één-en-al motorplezier, dat moet ingenieurs mateloos hebben geïnspireerd. Als de eerste bergen opdoemen, trekt de hemel samen. Even later legen de weergoden hun blaas, wat gepaard gaat met een hoop gekletter en gedonder. Bijna 852 km droog gereden en door het laatste kwartier rijden we doorweekt Lindau aan de Bodensee binnen.

Woensdag, 11 juli: de navigatie verraadt een stijle klim

Via Liechtenstein rijden we het noordwesten van Oostenrijk binnen. Het klimmen is dan wel begonnen, maar het zicht en de temperatuur daalt zienderogen. Waar we een adembenemend mooi uitzicht hadden verwacht, kijken we aan tegen een grijze muur. Behoedzaam dalen we af en proberen de deceptie van ons af te rijden als we koers zetten naar de Silvrettapas. In de dalen hebben we wel een fraai uitzicht op bergwanden, maar toppen blijven verscholen in het dikke wolkendek.

De provinciale 188 Silvrettastraße eindigt even bij het tolhuisje. Je heffen entree om de bergpas te bestijgen. Inmiddels slecht de zon moeizaam het wolkendek en zo nu en dan stralen lichtharpen over het mistige landschap. Af en toe wordt ons een blok gegund op de immense, met sneeuw bedekte pieken. De navigatie verraadt een steile klim met veel elkaar opeenvolgende haarspeldbochten. Die vergen concentratie, behendigheid en inschattingsvermogen. Maar dat zwieren van bocht naar bocht blijft toch een fantastische bezigheid.

Op 2.032 meter parkeren we bij de Silvretta-Stausee, tussen tientallen andere motorrijders. Als de hemel kort na onze aankomst breekt, doemt aan het ijsgroene stuwmeer een dreigende bergketen op. Een gevoel van aangename nietigheid overvalt blijkbaar iedereen die hier op heeft staan wachten. De camera’s klikken en zetten de sprookjesachtige werkelijkheid om in digitale code. Wie last had van hoogteziekte, is op slag genezen. Er zijn overigens voldoende etablissementen waar je de innerlijke mens kunt versterken. Je kunt je geld ook kwijt aan souvenirs in chauvinistisch rood-wit.

Vanaf de Silvrettapas dalen we af naar een magnifieke vallei, waarvan de schepper wel een motorrijder moet zijn geweest. Er galmt rustiek geklingel van koeienbellen en vliegvissers reflecteren in ondiepe meren. Het is voortdurend spelen met de eerste drie versnellingen. Je raakt hier overdondert door het schouwspel en de kans om de gashendel te knikken. Om beide emoties beter te spreiden, nemen we de hele pas nog een keer. Ultiem werkplezier.

Donderdag, 12 juli: hoe we 48 bochten 3 keer reden

Vanaf het Nauders steken we na een paar kilometer de Italiaanse grens over. Tot onze grote schrik staan we even later toch oog in oog met een Zwitserse douanier. We manen tot kalmte in dit piepkleine stukje Zwitserland, maar de geestelijke ontbering wordt verzacht door het uitzicht vanaf de Umbrailpas. Rafters op de Muranzina en de ventilatieschachten van de jacks mogen weer open. Ook dit walhalla trekt motoren in alle soorten en maten. Inmiddels zijn we vertrouwd met de haarspeldbochten en soepel sturen we door de krappe knikken. Voor ons gevoel heel sportief, al worden we regelmatig voorbij geblazen door ervaren berggeiten.

Na de boomgrens strekt zich een eindeloos ruig berglandschap uit. We passeren de Italiaanse grens en koersen via de SS38 naar de Stelviopas. Op 2.758 meter begint de afdaling met 48 spaghettibochten. Soms met een dalingspercentage van 12%. In dit deel van Italië zijn de wegen minder breed dan op de twee Oostenrijkse passen van zo-even. Maar hier jaagt niemand elkaar op. De kale bergen met hun besneeuwde toppen overvallen je. Een enkele tegenligger neemt de bocht te ruim en daar betrap ik mezelf ook op. De korte haarspelden rechts omhoog kosten me de meeste moeite. Iets te hard remmen is geen optie met zo’n zware GTR, het moet vloeiend.

Onder de boomgrens zijn de wegen breder, wat veel gemakkelijker stuurt. We rijden door bergdorpjes behept met een aaibare tijdloosheid. Afgekloven torenspitsen waarvan de klokken al eeuwen beieren dwingen tot nederige eenvoud. Via een snikhete afdaling bereiken we halverwege de middag het Comomeer. Bij Varenna pakken we de verkeerde veer en komen terecht in het oogstrelende stijlvolle Bellagio. Even later flaneren we met onze motoren door de schilderachtige straatjes. Een paar uur later rollen we vanaf de juiste veer Mennagio binnen. De vermoeidheid van de het intensieve sturen is inmiddels voelbaar in kont en kijkers.

Vrijdag, 13 juli: het zwembad kam als geroepen

Kilometers en pizza’s vreten. We zijn blij met ieder zuchtje wind, want het zweet parelt kwistig over immer dorstige lijven. De H2 SX rijdt zich bijna klem in een afslaande auto, die geen richting aangeeft. Zal het door de hitte komen dat er geen heetgebakerde toestanden ontstaan? Dan grote schrik: benzine kost langs de snelweg ijskoud €1,99 per liter. Daar gaat het benzinebudget. Dan over de A9 Autostrada richting Milaan en vervolgens over de langs Turijn, waarna we over de A32 en de RN94 door de bergen rijden in het Italiaans-Franse grensgebied.

Met wat stokbroden onder de spin achterop voelt het leven goed. Die stokbrodenkauwen we weg met de voeten bungelend in een koele bergbeek. Wat opvalt is dat het hier net over de grens schoner is, meer uitnodigend ook en beter geordend. Na de eenvoudige lunch zwenken we opnieuw over prachtig asfalt en door donkere bergbossen naar het lieflijke bergdorpje Puy-Saint-Vincent. In een euforische roes springen we onder een stralblauwe hemel in het zwembad.

Zaterdag, 14 juli: afspraken zijn om op te rekken

Quatorze juillet. 14 Juli vieren wij op grote hoogte. Onderweg wisselen we van motor, omdat iedereen weleens van de H2 SX wil proeven. Onze machines en motorpakken zien er inmiddels bereisd uit, wat een flink contrast oplevert met de zinnenprikkelende omgeving. We merken ook dat we onze grens van stuurmanskunst weer wat verleggen. Toch geldt de afspraak dat we zicht op elkaar blijven houden. Maar die afspraak is op overzichtelijke trajecten uiteraard wat op te rekken. Op de bergweggetjes rijden we vlotter, we raken meer vertrouwd met het klim- en bochtenwerk én ontdekken wat onze motoren kunnen. Onderweg indrukwekkende forten en nog oudere burchten, die een historisch stempel drukken op het landschap.

De D902 leidt ons naar de Col de Vars, waar we moeten lachen om de schichtig buitelende marmotten. Weldra rijden we in 12 graden op 2.109 meter, om vervolgens af te dalen naar 31 graden. In de lagere en zonovergoten valleien worden we opgehitst voor de Col de la Bonette. Dan sta je op 2.802 meter naar zuurstof te happen op de op één-na-hoogste verharde doorgaande weg van Europa. De ijle lucht begint een beetje z’n tol te eisen. Lichte hoofdpijn en wat concentratieproblemen zijn het gevolg. Op hoogte daalt het reactievermogen na vijf volle dagen in het zadel. Bij het keren op de weg laat ik onhandig m’n motor vallen. De marmotten lachen vol leedvermaak.

Zondag, 15 juli: een roofvogel vliegt lui met ons mee

eHet dessert van Operatie Hoogtewerk staat haaks op de doelstelling. We koersen naar de Gorge du Verdon, een diepe kloof in het Franse land. Het heeft een gigantisch ruig landschap met onwerkelijk mooie klippen. Jurassic Park. Tijdens een koffiestop concluderen we dat we de afgelopen dagen nauwelijks 100 meter rechtuit hebben gereden. En daar brengt de dag van vandaag ook geen verandering in. Schouders, rug en achterwerk protesteren, mar de wil om te tocht te vervolgen domineert. Zelfs na 10.000 bochten blijven we euforisch. Alleen de hoogste versnelling kwam nimmer aan bod.

De aardlagen in de Gorge du Verdon zijn verstoord en verdraaid door miljoenen jaren onvermoeibare tektonische krachten. Diagonale aardlagen rijzen ver boven het nietige adertje asfalt uit waarop wij rijden. Als de weg omhoog schiet kronkelen in de diepe ravijnen traag stromende riviertjes. Roofvogels vliegen op gelijke hoogte lui met ons mee. Een zinderende hitte bakt op de dakpannen van de dorpjes. Maar ook geuren de lavendel- en zonnebloemvelden. Die geur én het geluid van cicaden zijn karakteristiek voor het zuidelijk deel van Frankrijk. Af en toe duw ik m’n helm iets omhoog om wat wind door het hete haar te laten wervelen. Inmiddels zijn we volledig versmolten met onze motoren. Een duik in het Lac de Sainte-Croix dwing tot berusting. Een sprong van de brug is er dan wel een te ver, maar ook een jolige duik vanaf het strand resulteert in een gekneusd stuitje. En dn zit zo’n toermotor ineens helemaal zo lekker niet meer.

Maandag, 16 juli: we blijven zitten met een tanktas vol herinneringen

Wat rest zijn 1.280 Kilometer naar huis en een tanktas vol herinneringen. We hebben zoveel gezien dat de eerste dag van de trip weken geleden lijkt. De ene bergpas was de andere niet tijdens deze reis en het asfalt was in het algemeen van puike kwaliteit. De slingerende klim van de Stelvio – we deden de pasweg twee keer – vergde de meeste inspanning, evenals de zinderende hitte in de lager gelegen dalen. In de ijle lucht op de Col de la Bonette had ik beter moeten anticiperen. De krassen op de motor krijg ik er wel weer uit, maar die op m’n ego zijn er op 2.800 meter voorgoed in getatoeëerd. En communicatiesets beschouwen wij onmisbaar. Korte, onderlinge waarschuwingen naar elkaar voorkwamen erger of onnodige ergernis. Aan zware maaltijden deden we niet, om energie te sparen. Al werd er wel een gletsjer aan water achterover gekieperd.

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen