Operatie Market Garden bekeken vanaf de motor. In september is het 75 jaar geleden dat de Slag om Arnhem werd gestreden. Yop Segers reed tijdens zijn battlefield tour langs de belangrijkste hotspots van die veldslag.
Yop Segers
Zondag 17 september 1944 is een zonnige dag. Half twee in de middag beginnen ten westen van Wolfheze de luchtlandingen van de 1st British Airborne Division. Hoofddoel is het veroveren van de Arnhemse Rijnbrug. Een half uur later landen Amerikaanse paratroepers van de 82nd US Airborne Division bij Groesbeek en Nederasselt. Zij moeten de Nijmeegse bruggen over de Waal en de Maasbrug bij Grave in handen krijgen. Tegelijkertijd worden parachutisten van de 101st US Airborne Division bij de Brabantse dorpen Son en Veghel gedropt om een corridor te forceren vanuit het Belgische Neerpelt, over Eindhoven en Nijmegen, naar Arnhem. En stipt 14.35 uur start het Britse grondleger na een inleidende artilleriebeschieting op Duitse stellingen zijn opmars vanaf de Belgische grens naar Valkenswaard. De Slag om Arnhem is begonnen. Een oorlogsplan bedacht door de Britse veldmaarschalk Montgomery. De gewaagde aanval moet de oorlog verkorten en een springplank vormen voor een onmiddellijke pantserstoot naar Westfalen en uiteindelijk Berlijn. Hoe anders zal het verlopen. Montgomery geeft de operatie de naam Market Garden, waarin zijn initialen niet moeilijk te herkennen zijn. Market staat voor de luchtlandingen en Garden voor de opmars van het grondleger. Het is de grootste luchtlandingsoperatie uit de krijgsgeschiedenis waarbij een luchtarmada van 2.023 transportvliegtuigen, gliders en hun sleeptoestellen meer dan 20.000 man boven Nederland afwerpen.
Ginkelse Heide
At the crack of dawn weerklinken de pk’s van mijn Honda op de rijksweg N224 tussen Ede en Arnhem. De morgendauw hangt nog tussen de bomen zodat ik voor de dagelijkse files uit de Ginkelse Heide bereik, waar op 18 september 1944 – de tweede dag van Market Garden – een tweede lichting Britse parachutisten wordt gedropt. Hun actie is echter onder een ongelukkig gesternte geboren. Eerst maakt grondmist in Engeland het geplande vertrek in de ochtend onmogelijk zodat de landing pas in de middag plaatsvindt. En tot overmaat van ramp springt men af vlak bij de herberg Zuid-Ginkel waar een Duits hoofdkwartier is gevestigd. Het trieste gevolg is dat de dalende para’s zwaar worden beschoten zodat velen al sneuvelen voordat ze de grond bereiken. Tegenover de herberg, een etablissement dat nog steeds bestaat, memoreert een monument met gevleugelde Pegasus de onfortuinlijke landing van deze 4th Parachute Brigade.
Een brug dichterbij
Op 20 september bestormen Amerikanen en Britten de Nijmeegse Waalbruggen en die vallen in de avond onbeschadigd in hun handen. Het Duitse ontstekingsmechanisme om de bruggen op te blazen werkt op het beslissende moment niet. Later proberen de Duitsers de vitale Waalbruggen alsnog te vernietigen. In de nacht valt de Luftwaffe aan met Stuka’s en Junkers. Overdag komen Messerschmitt-straalvliegtuigen omlaag gieren. De bruggen worden inderdaad, met name de opritten, enkele malen geraakt. Ook komen de Duitsers via het water met afdrijvende mijnen, motortorpedoboten en eenmansduikboten. Op 28 september slagen kikvorsmannen erin, de Waal afzwemmend, explosieven te bevestigen aan de pijlers van beide bruggen. Omstreeks vier uur de volgende morgen komen deze tot ontploffing. De verkeersbrug blijft gelukkig gespaard maar de middelste boog van de spoorbrug stort in het water.
De N224 brengt mij dan per viaduct over de autoweg A12 (die in 1944 nog in aanleg was) waarna de Wolfhezerweg wordt ingeslagen. Ten westen van deze weg ligt de landingszone waar op 17 september de Britse luchtlandingsbrigade van brigadier ‘Pip’ Hicks met gliders op de weilanden neerdaalt. De landing van deze zweefvliegtuigen gebeurt vrijwel zonder problemen. Slechts twee gliders slaan over de kop waardoor enkele antitankkanonnen verloren gaan. Andere drop- en landingszones bevinden zich ten zuidwesten van Wolfheze, tussen de spoorlijn Utrecht-Arnhem en het dorp Heelsum. Wolfheze, bekend om zijn vele psychiatrische klinieken, dient als verzamelpunt van de her en der gelande eenheden. Wie Richard Attenborough’s filmepos ‘A Bridge too Far’ (1979) heeft gezien, weet dat de Tommies ook welkom worden geheten door een groep krankzinnigen die juist een wandeling door het bos maakt.
Hotel Hartenstein
Vlak voor Oosterbeek draai ik de Bilderberglaan op, om door bossen en langs de spoorlijn bij het Airborne Cemetery uit te komen. Op dit Brits grondgebied liggen de graven van 1.754 geallieerde soldaten die omkwamen tijdens de Slag om Arnhem en de bevrijding in april 1945. Even verderop kijkt het Airdespatch Monument uit over een voormalige dropzone. Het gedenkteken is opgericht ter nagedachtenis aan de dappere piloten die ondanks hevig Duits afweergeschut hun voorraden bleven uitwerpen. Helaas kwam het meeste in Duitse handen terecht.
De volgende pitstop in Oosterbeek is het Airborne Museum aan de Utrechtseweg. Het is ondergebracht in het voormalige hotel Hartenstein waarin generaal Roy Urquhart, commandant van de Britse luchtlandingsdivisie, op 18 september zijn hoofdkwartier inricht. Het door vrijwilligers gerunde museum geeft met plattegronden, foto’s, videoschermen, wapens en diorama’s een nauwgezet beeld van de Slag om Arnhem. Rondom Hartenstein ligt een groot landschapspark. Urquhart concentreert hier zijn troepen nadat de aanval op de Arnhemse Rijnbrug vastloopt. De omsingelde Tommies worden er constant onder vuur genomen door Duitse sluipschutters die zich tussen het geboomte verstoppen. Als je goed kijkt, kun je aan de bomen de strijd aflezen want die zitten nog steeds vol kogels en granaatscherven. Een metaaldetector zou er beslist overuren maken.
Radioapparatuur
Aan de rand van het park zijn ook de gevel en de hal van het hotel De Tafelberg behouden. Dit was het hoofdkwartier van de Duitse veldmaarschalk Walter Model die op 17 september snel de biezen pakte omdat hij meende dat de Airbornes speciaal waren gekomen om hem gevangen te nemen. Na zijn vlucht vestigen de Britten in het hotel een noodhospitaal om hun vele gewonden te verzorgen. Het hospitaal komt echter al snel in de frontlinie te liggen. Dankzij een wapenstilstand van twee uur worden daarom op 23 september ongeveer 450 gewonden met Britse jeeps en Duitse ambulances uit de gevechtszone gehaald. Direct na het verstrijken van dit bestand begonnen de gevechten overigens opnieuw.
Na het bezoek aan museum en het park spreek ik de pk’s weer aan en daal af over beboste heuvels, onderdeel van een stuwwal uit de ijstijd, naar de Rijnoever. Deze terreingesteldheid blijkt totaal ongeschikt voor de radioapparatuur die de Airbornes meebrengen. Een blunder waardoor de bataljons onderling nauwelijks per radio kunnen communiceren. Later bleek dat het openbaar telefoonnet bleef functioneren en soelaas had kunnen bieden. Maar de Red Devils – iedereen van de luchtlandingsdivisie droeg een rode baret – weigerden zelfs na een tip van het plaatselijke verzet van die faciliteit gebruik te maken. Had men dit wel gedaan, dan was Market Garden misschien wel een succes geworden.
Westerbouwing
Onder aan de stuwwal maak ik een ommetje naar de Westerbouwing. Deze dominerende hoogte die uitkijkt over Rijn en Betuwe, heeft tijdens de Slag om Arnhem een cruciale rol gespeeld. De Red Devils nemen deze heuvel al snel in, maar op 21 september wordt deze strategische positie weer door de Duitsers heroverd. Hierdoor kunnen zij de lager gelegen rivierbedding en het Benedendorp – het aan de Rijnoever gelegen deel van Oosterbeek waar de Britten rondom de Oude Kerk tot de laatste dag stand zullen houden – onophoudelijk met granaten en mortieren bestoken. Het spervuur vanaf de Westerbouwing verhindert ook dat de Poolse valschermtroepen die 21 september aan de overzijde van de Rijn bij Driel worden gedropt, zich bij de belegerde Britten in Oosterbeek kunnen voegen. De oversteek met bootjes die nacht wordt een complete fiasco.
Even later hou ik in het Benedendorp halt bij de Oude Kerk. Dit bedehuis, de oudste kerk van Nederland met restanten uit de 10de eeuw, wordt tijdens de gevechten volledig verwoest maar is na de oorlog herbouwd en teruggebracht in de toestand van omstreeks 1400. Sommige onderdelen van het nieuwe interieur zijn geschonken door Britse veteranen, zoals de doopvont in de vorm van een parachute. Ook het huis van Kate ter Horst vlak naast de kerk is gerestaureerd. Hoewel deze ‘Engel van Arnhem’ moeder was van vijf kinderen werd haar woning een toevluchtsoord van Britse gewonden. Zij hielp de aanwezige artsen, troostte stervenden, sprak anderen moed in en maakte ’s avonds een rondgang om psalmen voor te lezen uit een Engelse bijbel.
John Frostbrug
Vervolgens toer ik langs de rivier richting de Arnhemse Rijnbrug. Het is de marsroute van het bataljon dat onder bevel van luitenant-kolonel John Forst als enige tot in Arnhem weet door te dringen en in de avond van 17 september de noordelijke oprit van de verkeersbrug in handen krijgt. Onderweg moeten Forst en zijn manschappen nog aanzien hoe voor hun ogen de spoorbrug bij Oosterbeek wordt opgeblazen. Andere paratroepers die noordelijker via de Amsterdamseweg en Utrechtseweg oprukken, stuiten op zware tegenstand en komen niet verder dan Oosterbeek. Geheel onverwachts blijken in de omgeving namelijk twee SS-pantserdivisies te bivakkeren die snel tegenacties ontplooien.
Door de tunnel van de spoorbrug en over de Rijnkade bereik ik dan het object waar het allemaal om te doen was: de Arnhemse verkeersbrug die nu John Frostbrug wordt genoemd. De huidige boogbrug is overigens grotendeels een kopie. Zij overleeft de Slag om Arnhem maar wordt in het laatste oorlogsjaar alsnog vernield. Tegenwoordig ligt de noordelijke oprit in open terrein, zestig jaar geleden echter was de oprit door dichte bebouwing omringd. De para’s van Frost verschansen zich in die huizen en slagen erin op 18 september een SS-pantserbataljon, dat de vorige dag zuidwaarts richting Nijmegen is gestuurd en nu naar Arnhem wil terugkeren, tegen te houden. Maar de dagen daarna wordt duidelijk dat er geen versterkingen komen en vechten de Red Devils een ongelijke strijd tegen een Duitse overmacht. Met veel moeite houden de Tommies tot in de morgen van 21 september stand. Van de 750 para’s die drie dagen eerder bij de brug aankwamen, resten dan nog 140 man.
Betuwe
Na de John Frostbrug stuur ik mijn Honda bij het dorpje Elden – waar de Duitsers in december 1944 de Rijndijk nog opblazen en de hele Betuwe onder water komt te staan – over een kronkelige dijkweg richting Driel en Heteren. Aan stuurboordzijde strekt zich het uiterwaardpark Meinerswijk uit, een uniek natuurgebied met wisselende waterstanden en rondzwervende paarden en runderen. Vanaf het asfalt is daar ook een eenzaam overblijfsel uit de Koude Oorlog te zien: de doorlaatbrug die onderdeel vormde van de IJssellinie. Het is bedoeld voor het inunderen van grote gebieden om zo de legers van het Warschaupact de pas af te snijden. Voorbij de spoorbrug staat aan de Drielsedijk een gedenkteken op de plek waar in de nacht van 25 op 26 september de Britse para’s vanuit Oosterbeek over de Rijn naar de veilige zuidoever worden overgezet. Van de 11.000 Airbornes die ten noorden van de rivier waren geland, worden minder dan 2.300 gered.
Museum The Island
Wie dat wil kan in Heteren het kleine particuliere Museum ‘The Island’ bezoeken dat het verhaal vertelt van de strijd die in de Betuwe nog tot april 1945 zou voortduren. Ik besluit echter door te sjezen naar het dorp Elst. Daar barsten op 21 september, nauwelijks 15 km verwijderd van Arnhem, hevige gevechten los tussen oprukkende tanks van het Britse grondleger en Duitse artillerie. De strijd duurt twee dagen waarbij Elst volledig in puin wordt geschoten.
Een uurtje later steek ik de Waalbrug over en rijdhet Nijmeegse binnen. Deze verkeersbrug uit 1936 wordt in de avond van 20 september door de geallieerden veroverd. Amerikaanse paratroepers waren daarvoor over de Waal gezet om de Duitse stellingen op de noordoever in de rug aan te vallen.
Klein Amerika
De geneugten van Nijmegen zijn voor straks. Dus wordt een omtrekkende beweging naar Beek-Ubbergen en Berg en Dal gemaakt. In dat laatste oord zoek ik foerage en belandt bij het pannenkoekenhuis De Heksendans, een bekende bikerstop waar een tiental machines strak in het gelid staat te glimmen. Na een broodnodige spijs gaat de battlefield tour verder over de roemruchte Zevenheuvelenweg waarop wandelaars van de Vierdaagse zich graag stukbijten. Op de hoogste bult van die zeven bevindt zich het Canadian War Cemetery. Hier zijn onder andere de geallieerden, voornamelijk Canadezen, begraven die begin 1945 sneuvelden tijdens de operatie Veritable. Dit offensief dwars door het Reichswald was een direct gevolg van het mislukken van de Slag om Arnhem. Niet voor niets ziet het kerkhof dan ook uit op dit uitgestrekte bosgebied juist over de Duitse grens.
Wat verderop aan de Wylerbaan maakt het Nationaal Bevrijdingsmuseum zich breed. Daar kun je bijvoorbeeld een maquette in jumboformaat van Operatie Market Garden bekijken. Het museum ziet uit op de dropzone waar op 17 september het 508th US Parachute Infantry Regiment landt dat richting Nijmegen moet oprukken. Later komen hier ook gliders met bevoorrading uit de hemel neerdalen. De paratroepers van het 505th Regiment die de bruggen over het Maas-Waalkanaal als aanvalsdoel hebben, worden daarentegen ten zuiden van Groesbeek gedropt. De voormalige landingsvelden tegen de hellingen van de Sint Jansberg zijn onderdeel van een zacht glooiend akkerbouwgebied dat nu de toepasselijke naam ‘Klein Amerika’ draagt.
Hierna verlaat ik het Gelderse en spurt ik over de rechter Maasoever zuidwaarts Limburg binnen. De wegen op deze winterbedding van de Maas bieden glorieuze motorpret: weinig verkeer en voorzien van mooie, lange bochten waarin je zo lekker kunt hangen en zwieren. Twintig kilometer later brengt een veerpont me naar Vierlingsbeek en vandaar gaat het over zoefasfalt richting Overloon. Daar aangekomen heb ik nog net een uurtje om het Oorlogs- en Verzetmuseum te bezichtigen.
Slag om Overloon
Op 26 september 1944 bereikt het front Overloon, een rustig Oost-Brabants dorpje aan de rand van de Peel. De smalle corridor die tijdens de operatie Market Garden tussen Eindhoven en Arnhem was bevrijd, wordt nu langzaam maar zeker verbreed. De opmars verloopt voorspoedig tot aan Overloon waar de Duitsers zich hebben ingegraven. Dat is het begin van een vreselijke slachting met tanks, boobytraps and snipers. Tussen 12 en 14 oktober moet het kapotgeschoten Overloon huis voor huis worden veroverd, terwijl in de bossen felle man tegen man gevechten plaatsvinden. Zo hebben Duitse sluipschutters zich aan de bomen vastgebonden om bij verwonding zo lang mogelijk door te kunnen vechten. Zoveel verbeten tegenstand hadden de geallieerden sinds D-day niet meer meegemaakt. Ze verloren 1.878 manschappen en de Duitsers ongeveer 600 man.
Ontmoetingen
You meet the nicest people on a Honda! Op het Canadese oorlogskerkhof in Groesbeek ontmoet ik Thomas MacDonald, een onderwijzer uit Vancouver. Hij bezoekt alle plaatsen in Europa waar zijn vader tijdens de oorlog heeft gevochten. Later in de middag maak ik bij de Maas in Vierlingsbeek kennis met een Deen uit Arhus die op een Norton 750 Commando door de Lage Landen toert. Hij is verrukt van ons rivierenlandschap – Denemarken heeft zelf geen grote rivieren – en vertelt dat de Norton al sinds 1977 zijn ‘levenspartner’ is.
De inwoners van Overloon zijn zo geschokt door de gebeurtenissen dat ze voorstellen om een deel van het slagveld intact te houden en in te richten als museum. Zo gebeurt ’t ook. In mei 1946 wordt het museumpark van 15 hectare geopend. Sindsdien is de collectie uitgebreid en de presentatie up-to-date gebracht. Vroeger stond al het wapentuig in de openlucht maar nu zijn de meest kwetsbare exemplaren in een riante hal ondergebracht. Andere paviljoens belichten het verzet tijdens de oorlog en de gruwelen van de nazikampen.
Hell’s Highway
Indrukwekkend is ook het desolate panorama van de 31.000 kruisen op het Duitse oorlogskerkhof bij Ysselsteyn, een Peeldorp even ten westen van Overloon. Ik heb nog nooit zo’n grote dodenakker gezien. Van hieruit was mijn plan door te suizen naar Veghel om over de Hell’s Highway – de smalle weg waarover het Britse grondleger onder een regen van granaten naar Arnhem moest oprukken – terug naar Nijmegen te toeren. Maar deze provinciale weg, de N265, is uitgebouwd tot een saaie autoweg waardoor het historische karakter verloren is gegaan. Dus besluit ik een kortere route te nemen via Elsendorp om vlak voor Grave de Hell’s Highway op te pikken.
Het schemert al als ik de Maasbrug bij Grave nader. Deze brug, een belangrijke schakel in de weg naar Arnhem, wordt op de eerste dag van Market Garden na aanvallen van weerszijden door Amerikaanse paratroepers overmeesterd. Het grootste deel van de soldaten is afgesprongen op de dropzone bij het dorpje Nederasselt dat nu wordt gemarkeerd door een kunstwerk bestaande uit drie ijzeren parachutes. Na 17 september worden hier ook vele voorraden gedropt. De kleur van de parachute toonde aan wat er aan hing: rood voor munitie, wit voor verband, blauw voor uitrusting en geel voor voedsel.
De battlefield tour nadert zijn einde als ik bij Heumen het Maas-Waalkanaal kruis en via Malden de laatste kilometers weg blaas richting Nijmegen. Op de Waalkade van de oude Keizerstad wordt in gezelschap van tientallen andere machines de Honda op de bok gezet, om in een van de vele restaurants mijn calorimeter weer op peil te brengen. Een toertocht van bijna 200 km maakt immers hongerig. Last but not least wil ik een toost brengen op al die dappere paratroepers van Market Garden: ‘Many, many thanks. You will allways be remembered!’ Helaas was voor hen de Arnhemse Rijnbrug 試n brug te ver.
DOWNLOAD ROUTE MARKET GARDEN MET WAYPOINTS
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRK-Market_Garden.GPX”]