‘Nog drie dagen te gaan en dus zie je overal terugblikken op de afgelopen twaalf maanden. Vooruit, laat ik ook maar meedoen dan, om 2014 op een waardige manier af te sluiten. Met stip mijn mooiste herinnering is de ontmoeting met een bijzonder man. Afgelopen zomer cruisde ik met collega Randy van der Wal in de omgeving van Emilia-Romagna. Deze regio is het epicenter van Bella Italia als het gaat om motoren en ook op de grens van deze streek staan tweewielers centraal, zoals in Pesaro. Vooral bekend om Benelli natuurlijk, maar het is ook zeker de stad van Morbidelli. Voorafgaand aan onze Italië-tour van 2014 hadden we contact gelegd met het museum van dit historische merk, maar wisten eigenlijk bij aankomst niet zo goed wat we moesten verwachten. Hoe groot is het, staan er enkel Morbidelli’s in Museo Morbidelli? Je zou het haast wel verwachten. Laat middag, met het einde van de tour naderend, arriveerden we uiteindelijk op onze Kawasaki W800 en Triumph Bonneville T100 bij het museum, dat vroeger diende als de fabriekshallen van Morbidelli Woodworking machinery, het bedrijf waarmee Giancarlo Morbidelli zijn centen verdiende. Dat lukte hem aardig, waardoor hij op die manier ook kon werken aan een droom die paste bij zijn grootste passie, motorracen. Hij begon een raceteam en met de komst van begenadigd technici Jörg Möller lukte het zelfs om titels op mondiaal niveau te veroveren. In totaal wist het Morbidelli-team in een korte periode in de jaren zeventig maar liefst vier wereldkampioenschappen op te eisen, in zowel de 125 als 250 cc. Een klein privé-team, gerund vanuit een kleine kamer in de fabriekshallen van Morbidelli Woodworking machinery… Een meer dan knappe prestatie.
Het was echter niet de enige droom die Morbidelli had. Ook wilde hij graag een productiemotor ontwikkelen en in de jaren negentig stortte hij zich daar op. Wederom kwam hij met een unieke tweewieler op de proppen, maar een succes werd de V8 van Morbidelli uiteindelijk niet. Tijdens het museumbezoek, waar deze motorfiets een prominente plek in de aankomsthal heeft gekregen, viel me op dat Giancarlo op 79-jarige leeftijd (inmiddels de 80 bereikt) nog altijd zeer energiek overkomt. Hier staat een prachtig mens voor ons, dat ondanks gebrekkig Engels zijn verhaal prima kan vertellen aan het tweemanspubliek. Hij genoot intens om te kunnen praten over motorracen, de geschiedenis van zijn merk en de enorme én vooral fraaie museumcollectie. Meer dan tweehonderdvijftig motoren staan nu gestald in het fabriekspand van Morbidelli, waar ik zelfs enkele nieuwe historische merken ontdek. Het is een flinke kraamkamer, waar we nu de vruchten van plukken in de moderne tweewielerwereld. Morbidelli heeft het in zijn leven weten te verzamelen en laat het graag aan de motorliefhebber zien. En in combinatie met Giancarlo’s ontwapende uitstraling zorgde dat voor een museumbezoek dat me altijd zal bijblijven. Daarom voor mij overduidelijk het moment van afgelopen jaar.’
[justified_image_grid ids=21481,21482,21483,21484,21485,21486,21487]