‘Slechts 5,4% van de motorrijders maakt teveel lawaai’

Net geen tien jaar heb ik erover gedaan om de opleiding Journalistiek af te ronden. Uiteindelijk succesvol, maar met wat je noemt een NS-achtige vertraging. Ik heb zelfs ooit in de wandelgangen horen fluisteren dat het moet kunnen in vier jaar. Dat is natuurlijk hartstikke mijn eigen schuld, had ik maar beter moeten opletten (en vaker naar les moeten gaan). Maar als verdediging wijs ik het vak statistiek altijd aan als medehoofdschuldige. Niets in mijn ogen is kanslozer dan statistiek en daarom verantwoordelijk voor meer dan de helft van mijn studievertraging. Kijk ernaar hoe je wilt en je krijgt wat je wilt. Zoals de uitkomst van het TNO-onderzoek naar geluidsoverlast in Amsterdam, gedaan op drie beruchte verkeersoverlastlocaties. Met dit onderzoek heeft TNO laten zien dat van de 4.049 motorfietsen die gemeten werden er 220 onder de noemer ‘luide voertuigen’ vielen. Dat is dus 5,43%, waarbij je ook nog eens maanden kunt discussiëren wat nou precies een luid voertuig is. Dankjewel, TNO! Op basis van zo’n percentage mag je natuurlijk nooit ingrijpende maatregelen voor een hele groep nemen. Bovendien is die vijf procent exact het aantal dat onder andere door de Motorrijdersactiegroep wordt gebruikt en door de tegenstanders altijd gezien wordt als kansloos laag. ‘Minstens de helft!’ Haha, mooi niet en dat ook nog eens door het TNO vastgelegd. Helaas is dit onderzoek ook weer typisch een geval van hoe je met cijfers kunt omgaan. Het Parool kopte ‘De motor speelt de hoofdrol als herriemaker in Amsterdam’. Hoe ze daar bij komen? Van alle te luide voertuigen – zo’n 408 in totaal – was 54% een motor. Daarom zouden wij koppen: ‘Slechts 5,43% van de motorrijders maakt te veel lawaai’. En het is krek hetzelfde onderzoek… We kunnen het Parool dus niet eens aan de schandpaal nagelen voor Amsterdamse leugenaars. Ze kijken ‘net ietsje’ anders naar de uitkomst van een zeer serieus onderzoek. En daarom, statistiek en al z’n lelijkheid!

Het leed dat benzineverbruik heet