Japan is een domper! Als het om motoren gaat tenminste. Mocht je denken dat ik hier Honda, Yamaha, Kawasaki en Suzuki ga afzeiken, heb je het mis. De Japanse motorfabrikanten maken geweldige motoren, het gaat mij om de motorcultuur in Japan. Daarvan had ik hoge verwachtingen toen ik in december naar het Land van de Rijzende Zon reisde. Op voorhand fantaseerde ik over buitenissige futuristische motoren met bestuurders die hun inspiratie haalden uit rock & roll, drugs en manga-strips. Het moest waanzinnige motoren opleveren die zo in een sciencefictionfilm passen, bedacht ik me vooraf. De bestuurders, zo wist ik nog zekerder, konden daarin ongeschminkt een rol spelen. Hoe anders is de realiteit.
Noem het gerust de ontnuchterende realiteit. Van de aanblik van een Japanse motorrijder en zijn motorfiets val je stante pede in slaap. Gehuld in muisgrijze kleding valt de anonieme Japanse motorrijder volledig weg in het straatbeeld. De gemiddelde motorfiets is zelfs degelijker dan de bejaarde deelnemers aan de tv-serie Ik vertrek. Geen woeste ‘over the top’ creaties, maar motortjes en scootertjes waaraan kraak noch smaak zit.
Slechts een keer veerde mijn hart op bij de aanblik van een gemotoriseerde surfplank. Het bleek een Lowrider scooter. Een strijkplank op wielen die in elke bocht ongetwijfeld een spoor van polyester achterlaat vanwege de krankzinnig geringe grondspeling. Maar verder? Saaiheid troef.
Het duurde even voordat ik begreep wat er echt aan de Japanse motorcultuur schort: het volledige gebrek aan plezier. Je kunt het de Japanners niet kwalijk nemen. Je hebt je simpelweg maar te voegen naar alle eisen van de Japanse maatschappij. Dat is met recht een verstikkend keurslijf. Iedereen doet plichtsgetrouw wat de maatschappij van hem of haar verwacht. Oké, als puber mag je eruit zien als een kleurrijk stripfiguur en niemand kijkt op van zakenlui die het na een lange werkdag op een zuipen zetten en iets later strontlazerus over straat zwalken. Maar overdag zijn het weer de plichtsgetrouwe werkmieren met overdreven ontzag voor hiërarchie.
De Japanse motorrijder is niet anders. Die rijdt niet harder dan wettelijk toegestaan, die kruipt niet voor bij het verkeerslicht, die doet niets wat niet mag. Geen malligheid, geen fratsen. Als een motorfiets slechts een vervoersmiddel is en een bocht een hinderlijke onderbreking van de snelste route van en naar werk, wordt zelfs motor rijden saai. Leer van de Japanners en blijf vooral een jonge hond op de motor. Geef onnodig gas, rij te hard, kruip voor, trek een wheelie, maar geniet bovenal.
Tekst: Ad van de Wiel