Ik zit met een probleem, een moreel probleem. In China bouwen ze mooie motorfietsen, maar moet ik daar blij mee zijn? Veelal zijn het motorfietsen uit de middenklasse, een categorie die ons meer en meer zal gaan bekoren. De reden daarvoor is heel triviaal, kijk naar de leeftijdsopbouw van de Nederlandse motorrijder en het is duidelijk. We worden ouder en ouder, en vanzelf wordt zo’n zware motorfiets toch wel een heel gevecht. Dan wordt zo’n pittige motorfiets van rond de 800 cc steeds interessanter. Niet eens omdat-ie goedkoper is – onze generatie is doorgaans goedgevuld met euro’s –, maar omdat zo’n motorfiets lichter is en gemakkelijker te beheersen. Neem alleen al het manoeuvreren van je zware motorfiets in je schuurtje… Maar daar gaat het mij eigenlijk niet eens om. ‘China’ verleidt ons met prachtige motoren en snoept marktaandeel af van de gevestigde merken. Voorop staat dat concurrentie goed is. Dat is het gevolg van het open economische spelletje dat we in het westen spelen. En wij varen er wel bij. In de jaren zestig werden de Britse merken ook uit de markt gedrukt door betaalbare en betrouwbare motorfietsen. Maar er is één heel groot verschil met de jaren zestig. Japan streefde niet naar werelddominantie, China wel.
Jan Kruithof: ‘Ik wil een elektrische motor!’
De Chinese communistische partij dringt zich wereldwijd op en probeert zo hun kostje voor eeuwig zeker te stellen. In essentie gaat het natuurlijk om het heerlijk luie leventje van een politieke kliek van een paar honderd schoften en zo’n 50 miljoen meelopers. En die kliek voelt altijd de dreiging van pak ’m beet 1,4 miljard inwoners van China. Al die monden moet je blijven voeden om een revolutie te voorkomen. En dat kan alleen als de Chinese economie blijft groeien. Daarom al die controle, vreselijke werkomstandigheden, onderdrukking van Oeigoeren en Tibetanen, en noem maar op. De angst regeert in China. Angst voor liberalisme, het westen, islam, corona, voor Chinezen… En dan zou ik zo’n prachtige Chinese motorfiets kopen? Dan steek ik toch mijn kop in het zand, want ik krijg sterk het gevoel dat we met boter en suiker in een val worden gelokt. De verleidingen zijn ook zo groot: iPhone, zonnepaneel, drone… Heeft een Chinees antivirus mij te pakken en maak ik mij druk om niets?
Blij met dit tegengeluid! Veel te veel aandacht voor de chinese merken.
Aanvullend zou ik nog willen toevoegen: Dat chinese spul is veelal copy/paste van techniek waarvoor de Japanse en Europese merken vele miljoenen aan research en development hebben betaald. De kwaliteit laat ook veel te wensen over maar bij dat prijsniveau ‘mag’ je dat wel opeens verwachten? Ook de duurzaamheid, als in hoe lang gaat het mee, en hoe gaan ze om met het milieu, is een aspect wat gemakshalve met een lage prijs overboord gegooid wordt.
Jan, je hebt gelijk. Maar zolang geld het criterium is, blijven we vastlopen!
Of het alleen een moreel probleem is? Je knoopt – te gemakkelijk, hou opvatting en redactie liever gescheiden – je zienswijze aan een ontwikkeling die gevolg is van globalisering en slaat tegelijkertijd een brug in de tijd die er niet is. Het na-oorlogs Japan dorstte na betaalbaar vervoer. Aanvankelijk krikkemikkige producten ontwikkelden zich, gesteund door het goed ‘kijken’ naar motoren als Adler en dankzij vooruitstrevende perfectionisten als Honda, tot motoren waar hier heel kort lacherig op werd gereageerd maar die de Britse dominantie moeiteloos doorbraken.
Laten we er niet aan voorbijzien dat meerdere ‘Europese’ merken het spul laten maken in China, van blokken tot complete fietsen. Zoals we al tientallen jaren de wereld in containers hiernaartoe laten komen omdat het daar zo lekker goedkoop is. Alleen in actueel prijsniveau neemt China het – minder dan toen – over van Japan. Zoals ook China snel opvolgers zal kennen…
En een zware motor van toen was alles met meer dan 250cc cilinderinhoud. In een tijd waarin we ervan doordrongen zouden moeten zijn dat het een keer op is allemaal, vinden we motoren boven 750cc ‘middenklasse’ en leveren 1000cc blokken 200 tot zelfs 270 pk. Toen de Honda CB750 uitkwam, met 67pk, meldde weekblad Motor “Niet een katje om zonder handschoenen aan te pakken”. We hadden niet eens de techniek in huis om dat vermogen betrouwbaar naar het achterwiel te krijgen. Of ben je soms de duplex- en triplex kettingen met nylon tandwielen vergeten?
En ‘onze generatie’? Die CB750 kostte toen omgerekend 3131 euro. Na jaren van onstuitbare groei staan we op een kantelpunt naar schaarste en gedwongen matiging. De markt – en ook Motor.nl – zou er goed aan doen, hier in mee te bewegen zodat ook mensen die het niet ruim hebben kunnen motor rijden Zoals ik ooit, lang geleden, een 2e hands NSU Max kocht, 18 pk, top 126 km/u. De wereld!
Meer met minder, dus.