In de winter, tijdens de donkere dagen en de duistere nachten, breng ik veel tijd door met nadenken, contempleren en mijn eigen geest bestoken. Ik speculeer omtrent het bestaan, de liefde, de vriendschap, de verbondenheid, de verveling, de onverschilligheid, de inertie, de eindeloosheid die gepareerd zal worden door het al dan niet definitieve afscheid, en niet in de laatste plaats omtrent het werk, wat in mijn geval de literatuur is, zodat ik me bezighoud met het schrijven van korte en lange zinnen, uitgesponnen paragrafen, op en neer deinende hoofdstukken, aparte en elkaar vaak overlappende boekdelen, en hele romans. In de winter begin ik niet zelden aan een nieuwe roman, en aldus zette ik deze middag ‘Op De Motor Voorbij De Horizon’ in de steigers, een roman waarin ik een motorfiets een belangrijke rol zal laten spelen. Maar welke motorfiets? Eigenlijk kan het niet anders of het zal een Triumph worden, omdat ik zelf drie Triumphs heb en nogal verknocht aan dit merk ben geworden, mede omdat ik geregeld langsga bij de leuke mensen van BMC, de Triumph-dealer in Assenede, wat maar zeventien kilometer verwijderd is van mijn thuisstad Gent.
Herman Brusselmans: ‘Ineens floepte de motor aan’
Zal ik één van mijn eigen Triumphs een rol geven in de roman, hetzij de Street Triple uit 2009, de Street Twin uit 2017 of de Thruxton uit 2020? Doch de kans bestaat dat ik een of twee of zelfs drie van deze motoren binnenkort zal verkopen, om met het daarvoor ontvangen geld een splinternieuwe Triumph aan te schaffen. En Triumph heeft voor 2022 een aantal kakelverse modellen. Er is de Tiger 660, een middenklasse reismotor, er is de recente versie van de Tiger 1200, een doorontwikkelde en voor ontelbare kilometers geschikte asfaltvreter, er is de Speed Triple RR, een racemachine met 180 pk, een halve kuip, en een schitterend uiterlijk, en er is de special edition Rocket 3 221, waarbij 221 slaat op de hoogte van het koppel van deze zwaarste productiemotor op de markt (2500cc-driecilinder, 167 pk).
Wat zou het beste bij me passen? Ik ben het meeste gecharmeerd van de Speed Triple RR, maar die heeft geen stuur maar laaggesitueerde clip-ons, waarbij ik veronderstel dat mijn 64-jarige rug niet geporteerd zal zijn van de zitpositie van deze snelheidsduivel. Trouwens, wat schiet je in de huidige tijden met duizelingwekkende snelheden op? De hoogste snelheid die je op de wegen mag halen is 120 kilometer per uur, met op een paar plaatsen in Nederland 130 kilometer per uur. Men zegt altijd: om te laagvliegen moet je in Duitsland zijn, waar je op bepaalde stukken snelweg desnoods 280 kilometer per uur mag suizen (wat de Speed Triple RR gerust kan bereiken), maar ik ben niet het type motorrijder dat helemaal naar Duitsland rijdt, om daar het lot te tarten, net zo min als ik circuits opzoek. En altijd als ik de kriebels voel om een nieuwe motor aan te schaffen, denk ik: waarom ben ik niet tevreden met de Street, de Twin, en de Thruxton? Het zijn drie goeie, voor mij geschikte motoren en ik heb er zelfs een emotionele band mee, dus laat deze drie gewoon in je garage staan, doe er een toertje mee als je zin hebt en hou op met onzinnige fantasieën over om het even welke andere motor. Weet je welke motor me ook fascineert? De Suzuki Katana. Mooi is hij niet, maar wel aantrekkelijk. De kwestie is dat de Katana geen Triumph is. En het nieuwe model van Moto Guzzi vind ik ook niet mis. En ik heb er altijd van gedroomd om de iconische Honda Fireblade te bezitten.
Over zulke dingen zit ik mijn brein te teisteren in de winter, als de dagen donker zijn en de nachten duister. Inmiddels zit ik te wachten op de lente, wanneer het simpele leven weer een aanvang kan nemen, en een ritje op de Street, de Twin of de Thruxton het bloed prettiger door de aderen laat vloeien.