Zoals ik al eerder vermeldde in enkele van mijn talloze doch boeiende geschriften, zat ik met een aantal van mijn motorvrienden in het café Het Ronde Wiel sterke verhalen te vertellen. Aldus zei bijvoorbeeld Achmed: ‘Ik was de eerste en toentertijd de enige Turk met een motor in Langerbrugge. Akkoord, daar wonen maar achttienhonderd mensen, onder wie negen Turken, en uiteraard hadden niet allemaal die negen Turken zin om met de motor te rijden. Drie van hen waren trouwens vrouwen, vier van hen kinderen, en mijn vader Hassan en ik waren de enige mannen. M’n vader Hassan had geen zin om met de motor te rijden, die reed liever met de kruiwagen. Maar goed, op een dag besloot ik om met mijn Suzuki 550 GT naar mijn geboorteland te vlammen, om mijn familie te bezoeken, onder meer mijn oma, mijn opa, mijn oom Muharem, en mijn tante Tsjuk Tjsuk, wat een bijnaam is, die in het Nederlands : Broodje broodje” betekent, omdat ze heel graag broodjes bakte. Ik vertrok dus op mijn Soes naar Turkije. In die tijd bestond er nog geen GPS, dus ik reed verkeerd, en kwam op een bepaald moment aan in Denemarken. Ik vond het daar wel leuk en besloot er een weekje te blijven in plaats van bij tante Tsjuk Tsjuk. Met haar broodjes altijd. Nou, ik verveelde me geen moment in Denemarken en de vrouwen zijn daar erg mooi. Maar ik had in Langerbrugge trouw beloofd aan mijn liefje Rosalinde, dus ik bleef met mijn gore poten van de Deense wijffies af. Toen de week voorbij was, reed ik op de Soes terug naar België, en onderweg had ik een ontmoeting met een soort van spookachtige geest, die een toverformule over mij uitsprak, maar daarover zal ik op een andere keer vertellen.’
‘Dat is goed,’ zei een van onze andere motorkameraden, Ignace, ‘een toverformule, die maakt ons wel benieuwd. Maar alles op z’n tijd. Ikzelf reed op een keer met mijn Moto Guzzi California van mijn woonplaats Evergem naar het zuiden van Frankrijk, meer bepaald Saint-Tropez, omdat Brigitte Bardot daar woont, en zij was een jeugdidool van mij, en misschien zou ik haar toevallig ontmoeten. Maar zoals Achmed daarnet al zei bestond er nog geen GPS, en ik arriveerde in Schmuff, een klein dorpje in Bulgarije. De kans dat ik dáár Brigitte Bardot zou ontmoeten, was natuurlijk nul komma nul, maar toch vond ik het daar aangenaam toeven, en ik heb tijdens een jeu de boules-wedstrijd nog een broodrooster gewonnen. Ja, in Bulgarije waren ze toen gek op jeu de boules. Alleen jammer dat die broodrooster van Bulgaarse makelij was, zodat ik hem, toen ik ’m thuis twee keer had gebruikt, kapot in de vuilnisbak kon gooien. Ik ontmoette in Schmuff overigens de vrouw van m’n leven, maar daarover zal ik op een andere keer vertellen.’
Herman Brusselmans: ‘Naar Japan? Ik blijf liever thuis’
‘Oké,’ zei ik, ‘persoonlijk reed ik op een keer met de Triumph Street Triple 675 R naar Lourdes, om daar tot de Maagd Maria te gaan bidden, voor de genezing van mijn neef André, die de ziekte van Spanina had, een spierziekte waarbij je op den duur alleen nog met je ogen kunt knipperen en met je oorlellen flapperen. Zoals Achmed en Ignace al zeiden was er van GPS geen sprake en ik arriveerde in het centrum van Berlijn. Nu is het zo dat ik niet hou van Berlijn, omdat daar ooit de nazi’s hun hoofdkwartier hadden. Minister Speer had er al die verschrikkelijke protserige gebouwen neergezet, die een symbool waren van de nationaal-socialistische overheersing. Ik heb daar trouwens een van de overgebleven gebouwen van Speer in brand gestoken, maar daarover zal ik op een andere keer vertellen.’
En zolang er een volgende keer is, zullen wij, de motormakkers, onze verhalen blijven vertellen in Het Ronde Wiel.