Morgen zal ik bij de Triumph-dealer BMC in Assenede (Oost-Vlaanderen) mijn nieuwe motor gaan ophalen. Het is de Speed Twin, in de Breitling-uitgave. Dat wil zeggen dat de bedrijven Triumph en Breitling hebben samengewerkt om deze motor zijn eigen identiteit te geven en net zo goed zal een horloge van Breitling passen bij de motor. Dit betekent dat de kleur van de motor (lichtblauw) gelijk is aan de kleur van de wijzerplaat van het horloge. En dat beide hetzelfde nummer hebben. Het is namelijk zo dat van de motor en het horloge wereldwijd 270 exemplaren geproduceerd worden, en die hebben elk een eigen nummer: 1/270, 2/270, 3/270 enzovoort, tot en met 270/270. Het werd dus door beide merken aangeraden om, als je de motor kocht, ook het bijpassende horloge te kopen. Dat heb ik niet gedaan, want ik heb al vijf horloges en bovendien kost het Breitling-horloge rond de achtduizend euro, terwijl ik altijd gezworen heb om nooit meer dan zevenhonderdvijftig euro aan een horloge te besteden. Ik had aan BMC gevraagd of ze er voor konden zorgen dat mijn motor het nummer 77/270 zou dragen, omdat 77 het huisnummer is van mijn geboortehuis in Hamme (Oost-Vlaanderen). En als dat niet zou lukken, dan nummer 19/270, omdat 19 het mythische getal is van mijn verloofde Lena (ze is geboren op de negentiende, ze heeft in haar negentiende levensjaar negentienduizend euro gewonnen met de lotto, ooit had ze een kip die negentien eieren kon leggen, en ze is negentien keer meer verliefd op mij dan op al haar vroegere verloofdes samen). Maar BMC had geen stem in de nummering en daarom is het nummer van mijn Breitling 231/270. Is 231 een bijzonder getal? Nou, de verkoop van mijn laatste boek was zo matig dat er slechts 231 exemplaren van verkocht werden, maar zo bijzonder is dat nu ook weer niet: van het laatste boek van mijn geëerde collega Dimitri Verhulst werden slechts 154 exemplaren verkocht, dus wat zou ik klagen. Hoe dan ook, ik kijk er erg naar uit om morgen de Triumph Street Twin Breitling 231/270 tot de mijne te maken.
Herman Brusselmans: ‘Ik heb vorige week op m’n Triumph 285 km/per uur gereden’
Hopelijk kan deze machine aan mijn verwachtingen tegemoetkomen, want inderdaad, ik reken erop dat hij een geschikte compagnon voor mij zal zijn. Ik heb immers niet voor niks twee van m’n lievelingsmotoren – de Street Triple R en de Street Twin – van de hand gedaan om met het ontvangen geld de Breitling mede te financieren. Ik mis mijn Triple en mijn Twin nog steeds, maar gelukkig wordt dat gemis enigszins verzacht door mijn verbondenheid met de Thruxton R, die ik ook nog steeds in mijn bezit heb en die praktisch iedere dag bewijst wat een schitterende motor hij is. Vanaf morgen krijgt de Thruxton een kameraad, de Breitling. Ik denk dat het mijn laatste twee motoren zullen worden, omdat je niet mag vergeten dat ik binnenkort vijfenzestig jaar oud word, en allicht ten hoogste nog een jaar of tien met de motor zal kunnen rijden, waarna ouderdomskwalen zoals halve blindheid, verkalkte spieren, en opkomende dementie mij het rijden zullen verhinderen. Nochtans volg ik met belangstelling het nieuws over de op stapel staande eerste elektrische motor van Triumph, die verwacht wordt tegen ongeveer 2024. Het zou kunnen dat dié mijn laatste motor wordt, want ik wil heel graag mijn steentje tot de bescherming van het klimaat bijdragen door elektrisch te gaan rijden. Tot het zover is zal de Breitling de new kid in town blijven en ik zal mijn tienduizenden fans op de hoogte houden omtrent de avonturen die ik op deze 231 zal beleven.