De lente is weer in ons land. De lucht is staalblauw, alles lijkt vers en fris, en de vogels kwinkeleren in de struiken. De aandachtige lezer zal zich afvragen: ‘Welke struiken?’ Nou, ik woon recht tegenover Het Maagd Maria Park, waarin ik geregeld ga wandelen met m’n hond Aquí, en inderdaad, in dat park staan struiken, en sla me dood als het niet waar is, maar in deze struiken kwinkeleren effectief de vogels. Ik ben niet direct een vogelkenner en daarom hou ik het op mussen, spreeuwen, eksters, en een enkele ontsnapte parkiet. Op die manier is buurvrouw Madeleine haar parkiet kwijt geraakt: het deurtje van z’n kooi was per ongeluk open blijven staan, en hup, daar ging Snoepie! Madeleine vertelde me gisteren nog dat ze geregeld gaat wandelen in Het Maagd Maria Park, en dat ze dan soms meent te kunnen waarnemen hoe Snoepie zit te kwinkeleren in de struiken, maar dat ze hem nog niet heeft kunnen zien. ‘Misschien heeft hij zich vermomd als mus,’ zei ik voor de gein, maar Madeleine ging er serieus op in, en zei met klem: ‘Nee, Snoepie is geen vermommer, die blijft geheel zichzelf.’ Hoe dan ook, voor ons motorrijders is de lente een geschenk uit de hemel. De motor kan weer voor maanden uit het schuurtje of de garage worden gehaald, en daar gaan we dan, de weg op, naar verre einders of dichtbij zijnde terrassen, waar we met gelijkgestemden praten over alles wat met motoren te maken heeft, maar ook over andere dingen, zoals de mogelijkheid van een derde wereldoorlog, de stijgende prijs van jonge aardappelen, de muziek van Earth & Fire, of de nieuwe roman van Arnon Grunberg, op wie we niet gek zijn, want Arnon is tegen motoren. Hij vindt motoren verschrikkelijke uitvindingen van de duivel.
Herman Brusselmans: ‘Waarom er in Bratislava amper motoren rijden..’
Hij heeft één keer op een motor gezeten, als passagier van die andere schrijver, Ilja Leonard Pfeiffer, die met z’n Ducati Monster zulke snelheden haalde dat de frêle gebouwde Arnon er bijkans afwaaide. Hierna besloot hij om zo vaak mogelijk propaganda te voeren voor het uitsluiten van motoren uit de wereld der voertuigen, en tevens zei hij de vriendschap met Ilja Leonard Pfeiffer op. Overigens heeft Ilja vorige maand een ongeval gehad met z’n Monster, en heeft hij een buikscheur opgelopen zodat hij acht weken vloeibaar voedsel tot zich moet nemen. Zelf rijd ik vanaf het begin van de lente ofwel met de Triumph Street Triple 765 R ofwel met de Triumph Speed Twin 1200 Breitling geregeld naar café ’t Voordeel in Sint-Martens-Latem, waar meestal m’n vrienden reeds op het terras hebben plaatsgenomen. Het zijn Dikke Fons (Yamaha R1), Onnozele Oswald (Honda Pan European) en Kleine Sjoerd (BMW R 1200 R), die van Nederlandse afkomst is (Zaandam) maar naar België verhuisde voor z’n werk (toeristen begeleiden in Brugge). Ik begroet deze drie toffe gozers, en we beginnen te babbelen, waarbij ik vanmiddag nog zei: ‘Oké, jongens, er komt misschien een derde wereldoorlog, de prijs van jonge aardappelen valt niet mee, Weekend van Earth & Fire is een fenomenaal nummer, en van de recente roman van Arnon Grunberg zijn maar 1240 exemplaren verkocht, maar laten we het toch maar ‘ns over motoren hebben.’ En zodoende wilden we beginnen met zemelen over pk’s, cc’s, uitlaten, acceleraties, en snelheidsboetes, maar ineens, als uit het niets begon het te regenen. Dit was nefast voor ons lentegevoel, en we zeiden ‘Tot een volgende keer’ tegen elkaar, bestegen onze machines, en reden in de plensbui onvoldaan naar huis. Maar wie weet of morgen mogelijk de helende zon weer schijnt!