Wie wat bewaart, verzekert zich later van uren plezier. Na de verhuizing naar Ruinen stonden een aantal dozen nog onuitgepakt op zolder. Vol kleinoden die ik in tientallen jaren heb verzameld. Ooit zou ik ze opnieuw bewonderen. Dat moment vond eerder plaats dan ik had verwacht. Al snel bleek het aandeel prullaria teleurstellend hoog. Het meeste kon linea recta naar de stort. Maar de verroeste, mij volledig onbekende sigarendoos leek veelbelovend.
Jan Kruithof: ‘Nooit meer koud’
Er zaten drie fossielen in, een munt uit de Eerste Wereldoorlog en een schriftje met linnen kaft van mijn overgrootvader…, waarin hij zijn tocht beschrijft door het Frankrijk van 1912, op een Belgische FN! Dan gaat je hoofd meteen op de loop. Als het moet, rijden we in een ruk naar Zuid-Frankrijk, maar in 1912 was dat nog een ommelandse reis. De wegen waren slecht, benzine lastig verkrijgbaar en de zorgen om de motorfiets groot. Voortdurend was mijn grootvader in de weer met zijn viercilinder. Een dergelijke tocht moest je tot in de puntjes voorbereiden, omdat onderweg niets zeker was. De Amerikaan Carl Stevens Clancy wist pas in 1913 op een Henderson als eerste de wereld te ronden. De Noord- en de Zuidpool waren toen al lang bereikt!
Dat zet ook het Franse avontuur van mijn overgrootvader in een ander perspectief. Zo’n trip was heel ongewoon. En waar haalde hij de tijd vandaan? Op z’n FN wist hij tot in de Franse Alpen te geraken. In zwierig handschrift pent hij zijn filosofische overpeinzingen neer. Dat bergen zo langzaam van vorm veranderen, dat het generatieslang niet opvalt. Hij schrijft ook over de Galibier en de Cormet de Roselend, passen waar we nog steeds reikhalzend naar uitkijken. En waar we na anderhalf jaar lockdown weer overheen kúnnen rijden. Als je dat doet, denk dan eens aan mijn overgrootvader.