Een van mijn vele minderwaardigheidscomplexen betreft mijn capaciteiten als zakenman. Als ik iets koop, weet ik honderd procent zeker dat mijn aanschaf een nanoseconde nadat ik het geld heb overgemaakt minimaal de helft minder waard is. Zelfs als ik meen bruut te hebben afgedongen.
Ik had het met elke tweedehands motorfiets die ik ooit kocht – aan een nieuwe waag ik me niet eens – en ik heb het ook met kasten, schaatsen en gitaren. Nu wil ik mijn absurd grote collectie motorkleding uitdunnen. Te beginnen met een zachtlederen jasje. Zonder elleboogstukken, maar het model is wel echt dat van een motorjas.
Hoewel drie jaar oud is het kledingstuk nog hagelnieuw. Ik kocht het namelijk toen ik dacht dat ik het winterspek van twee winters daarvoor er de maanden erna alsnog af zou trainen. Nee dus, rond mijn middel bevindt zich een hardnekkige natuurlijke beschermlaag. Derhalve past dat kekke jasje net niet. Kortom: weg ermee!
Mijn ronkende headline op Marktplaats: ‘Leren jas, in perfecte staat, maat 54, zacht leer’. En daaronder: ‘Mooi leren motorjasje. Valt strak om het lichaam. Ik heb hem zelf helaas iets te klein gekocht, dus niet gedragen.’ Ik besluit er 65 euro voor te vragen.
Oké, dat is dat. Maar hoe zet je zo’n jas goed op de foto? Als ik hem op de grond leg krijg ik een amorfe hoop zwart textiel. Aan een hangertje oogt het ook lullig. Eureka: ik trek het jasje aan, hou mijn buik in en fotografeer mezelf voor de spiegel! Verder hou ik aan wat ik al aan had: een T-shirt en een oude spijkerbroek. Dat ik op blote voeten loop dondert niet, het gaat om het jasje. Ik sta dus helemaal op de kiek, minus uiteraard mijn gezicht. Je ziet alleen een randje grijzende baard.
Tevreden zet ik de advertentie op Marktplaats. Ik heb er zelf 150 euro voor betaald, dus ik vind 65 euro een koopje. Het jasje is tenslotte écht nieuw. Ik reken op flink wat interesse. Echter, het blijft drie weken doodstil. Tot op een donderdagavond ene ‘JT’ zich meldt via de Marktplaats-app. ‘Hallo Geels, heb je ook een leren broek te koop?’
Een broek? Kan die man niet lezen? ‘Nee’, schrijf ik terug, ‘alleen dit jasje.’
Even later zoemt mijn telefoon opnieuw. JT: ‘Je hebt er wel een mooie spijkerbroek onder.’
Verbaasd pak ik mijn advertentie er nog eens bij. Een mooie spijkerbroek? Hoezo? Het is een versleten Replay. Niks moois meer aan. Ik besluit niet te reageren.
Drie kwartier later meldt JT zich weer: ‘Hoe oud is de leren jas?’
‘Twee jaar’, lieg ik er een jaartje af. ‘Maar nooit gedragen.’
JT, onmiddellijk: ‘En de spijkerbroek dan?’ Er volgt icoontje van een spijkerbroek.
Wat is dit nou weer?! Ik roep mijn dochter van 15 erbij. Zij snapt de wereld van nu vaak veel beter dan ik. Ze grijnst. ‘Die blote voeten, moest dat nou?’
Ik, verontwaardigd: ‘Wat maakt dat nou uit?’
‘Niks, niks’, klinkt het sussend. ‘Doe verder maar even niets.’
Een dag later zoekt JT weer contact: ‘Hallo Geels.’ Met een emoticon van een opgestoken duim.
Ik ben nog één keer beleefd: ‘Je hebt geen interesse in het jasje, merk ik.’
JT, meteen: ‘Nee, in de spijkerbroek.’
Mijn dochter zoekt op Marktplaats zijn profiel op. JT blijkt geobsedeerd door broeken en motorkleding: achttien transacties. Ene ‘Chris’ geeft hem vijf sterren. Maar van iemand die zich ‘M’ noemt krijgt hij er maar één ster. Grinnikend wijst mijn kroost op de aard van JT’s deal met M: ondergoed.
Ze hangt mijn jasje aan een hangertje, fotografeert het en stuurt mij het kiekje. Met een wijze glimlach: ‘Doe het toch maar zo, pap.’