Ze heette Floor en had na honderd internetdates nog steeds geen man. ‘Er zijn wel heel veel dingen waar ik bij voorbaat op wegklik,’ zei ze. ‘Kleine kinderen, vissen, honden, motoren, foto’s zonder tekst, mannen die schrijven dat ze alleen een latrelatie willen, autoselfies.’
Het artikel over vrouwelijke webdatemaniakken stond in het Volkskrant Magazine, en pas aan het eind van de zin realiseerde ik me dat Floor het m-woord had genoemd. Verbluft staarde ik naar het papier: iemand meteen afwijzen omdat hij een motor heeft?! Maar… dat is toch juist een pré?!
Ik herinnerde me dat ik me als onzekere puber vastklampte aan de absolute wetenschap dat als het over een paar jaartjes niet erg zou lukken met de vijandelijke sekse, ik gewoon een gemotoriseerde tweewieler moest kopen. Inderdaad had ik als student enig succes met de van mijn vader geërfde Honda CX 500 E. Vervolgens bezat ik een Suzuki Bandit, een Yamaha V-Max en een Honda X11. Vooral de V-Max vonden vrouwen mooi. Ik verleidde er zelfs een rijke juriste van een multinational mee, die mij een hopeloze armoedzaaier maar mijn boulevardblaffer buitengewoon sexy vond.
Een week na het Volkskrant-artikel vertel ik er op kantoor over tegen collega-motorrijder Jeroen. Hij blijkt het stuk ook te hebben gelezen. ‘Ik was niet eens zo verbaasd. Ik heb zelf ook gemerkt dat een motor juist tegen je kan werken op de liefdesmarkt.’
‘Ik zou mijn voorlaatste vriendin in Den Haag ontmoeten, en was bewust met de motor gekomen, helm in mijn oerlelijke topkoffer weggestopt zodat ik haar na de date heel casual naar huis zou kunnen rijden. Maar helaas. “Homoding”, mompelde ze toen we bij de motor stonden. Waarbij ze vooral het kabaal van een motor en vooral van motorgroepen ernstig onaantrekkelijk achtte. Dus droop ik af met m’n Yamaha TDM 900. Zij de tram in en ik op de motor naar huis.’
‘Wat een nuffige muts!’ zeg ik verontwaardigd. ‘Wees blij dat het niks geworden is!’ Jeroen schraapt zijn keel. ‘Eh, het is iets anders gegaan. Daarna stuurde ze een berichtje dat ze dus wel mij wilde. Als ik niet met de motor was gekomen, waren we wel bij haar thuis geëindigd. Ze was vervolgens drie jaar lang mijn vriendin. En ze is nog wel eens mee geweest achterop. Maar ze bleef eerder ondanks dan dankzij die motor bij me.’
Ik knik. ‘Ik snap het eigenlijk ook wel. Een TDM 900. Zo’n forenzending voor gele hesjes. Hoe vind je zelf dat zo’n apparaat eruit ziet?’ Jeroen, zuchtend: ‘Niet als een vrouwenmagneet. Maar dat was het probleem niet. Ze had gewoon niks met motoren. En zo zijn er steeds meer vrouwen. Dat er bij benzinepompen zo vaak grijze en kale koppen onder die helmen vandaan komen, zal voor ons imago ook wel niet helpen.’
Ongerust googel ik de combinatie ‘motoren’, ‘mannen’, ‘aantrekkelijk’ en ‘vrouwen’. Eerste zoekresultaat is een site die fem-fem.nl heet. Kop: ‘Waarom vrouwen wild worden van mannen op motoren’. Gelukkig! Ik lees: ‘Een man die controle heeft over zo’n grote Harley tussen z’n benen. Zwijmel. En dat je boy zegt: “Laten we een stukje gaan rijden,” en dat je dan spontaan richting zee gaat. Perfecte date wat ons betreft.’ Er staat een foto bij van een langharige krullenbol met bedroom eyes en een Triumph.
Gerustgesteld mail ik Jeroen het artikel. ‘Niks aan de hand. Koop een Triumph of een Harley, transformeer jezelf in Chris Cornell en bingo!’
Meteen krijg ik bericht terug. ‘Top! Ik ga sparen. En groeishampoo kopen!’
It’s easy on a Triumph! 😉