Oké, hij heeft bij nader inzien geen onderhoudsboekje. Maar hij rijdt perfect en wat is-ie mooi, vindt ook mijn maat E. Een gitzwarte Suzuki Z1000SX uit 2011, aangeschaft voor 6.499 euro bij Versteeg Motoren in Bemmel. ‘Goed gedaan Geels’, zegt E. Ik zie hem kijken naar zijn eigen grijs-oranje KTM Superduke 1290 GT. Een beest van een machine, maar jemig wat is-ie lelijk. Vooral van voren. Een geesteszieke hacker moet de productierobots in het Oostenrijkse Mattighofen grijnslachend van nieuwe instructies hebben voorzien.
Nee, dan de mijne: ninja-black, lekker snel qua design en puntgaaf. Althans, veel puntgaver dan mijn referentiekader: mijn trouwe Honda X11, behept met twee deukjes in de tank en een kras in het frame, bij Versteeg ingeruild voor 1.750 euro.
Nu alleen zorgen dat mijn Kawa ook zo puntgaaf blíjft. Stap 1: crash pads, zodat de kuip heel blijft als ik mijn aanwinst laat vallen. Mooi vind ik die uitsteeksels aan het blok niet, maar ach, er staat wel ‘Kawasaki’ op. Voor deze jongen alleen the real deal. Dus geen goedkoper spul waar géén Kawasaki op staat. Ik ben vanaf nu namelijk een echte Kawa-man. Overigens nadat ik eerst een echte Honda-man, een echte Suzuki-man, een echte Yamaha-man en opnieuw een echte Honda-man ben geweest. Mijn vriendin, afkomstig uit een hardcore motorfamilie, had veel liever gezien dat ik een echte Ducati- of Aprilia-man was geworden. Maar ze kent mijn doodsangst voor storingen en gesleutel, dus vooruit, dan maar weer gewoon een Japanner.
Het monteren van de kuipbeschermers laat ik over aan Selling Motorbikes in Amsterdam, want die zitten bij me om de hoek. Ik kan erop wachten. Moet je bij mij ook altijd doen, want ik vind boven altijd wel iets waarvan ik op dat moment (eerder heb ik er geen nanoseconde aan gedacht) besluit dat ik het ab-so-luut nodig heb, en wel nu! Deze keer een nieuwe motorbroek.
Maar dan tikt eigenaar Rolf Selling op mijn schouder: ‘Er is iets niet goed. Kom maar effe kijken.’ Van schrik verslik ik me in mijn vers getapte koffie. En ik denk meteen: hoeveel garantie heb ik ook weer? O ja, drie maanden slechts. Maar ik heb de Kawa nog maar net.
De monteur staat al op me te wachten. ‘De motor heeft schade gehad, en die is maar deels hersteld’, bromt hij. ‘De remklauw rechtsvoor en het carterdeksel zijn beschadigd. En ik heb de topkuip moeten demonteren. Nou, kijk hier maar eens.’ Verrek, ik zie allerlei slierten duct-tape. De monteur heeft het over afgebroken well nuts – of zoiets. ‘Ik heb de kuip nu maar een beetje vastgelijmd. Zelf zouden we een motor nooit zo afleveren.’
Nee, de Kawa is niet total loss, stelt Rolf Selling me gerust. ‘Maar voor het bedrag dat jij ervoor hebt betaald moet-ie helemaal goed zijn.’
De webreviews van Versteeg Motoren zagen er prima uit. Zou Koen Versteeg me niettemin hebben belazerd? Dat kan ik me nauwelijks voorstellen. Of heeft hij gewoon niet goed opgelet? De Kawa was helemaal nagekeken en had net een beurt gehad, had Koen me verzekerd. ‘Wij kopen uitsluitend de perfecte en mooiste motoren’, jubelt zijn site. ‘Enkel de mooiste en zuiverste exemplaren halen de Versteeg Motoren-norm’.
Heb ik nou net weer pech? En Koen daarmee ook? Want ik heb hem duidelijk gezegd: als de Kawa goed is, schrijf ik het op, maar als hij niet goed is, schrijf ik het óók op. ‘Geen probleem’, had Koen zelfverzekerd geantwoord.
Een uur later begin ik zuchtend aan een strenge mail. Ondertussen vraag ik me af: wat had ik als leek zelf kunnen en moeten zien? En ook: had ik de motor toch moeten laten keuren?
Wordt vervolgd.
Versteeg Motoren lost het uiteindelijk netjes op door de motor terug te nemen en het aankoopbedrag te retourneren.