vrijdag 22 november 2024

Boudewijn Geels: Tikkie van een Ninja

Er zijn zeventigers bij wie je onmiddellijk ziet dat je er geen ruzie mee moet maken. Bart, Alkmaarder en kroegbezoeker, is er zo een. Geblokte gestalte, knuist van staal om zijn pint, en duidelijk op zijn praatstoel. Ik kom niet voor hem maar om mijn vriend S. op te beuren, die een privéakkefietje heeft, maar mensenmens als S. is, is hij met Bart aan de praat geraakt. En die zit er nu dus bij.

Bart kocht afgelopen voorjaar ‘een nieuwe Honda Rebel’, zegt hij. ‘Nou ja, tweedehands.’ S. rijdt op een Suzuki B-King Extreme en ik op een Kawasaki Z1000SX, dus van een Honda Rebel slaan we niet meteen steil achterover. Maar we discrimineren ook niet, dus kom maar op met die avonturen. S. gokt: ‘Rebels zijn 650 cc, toch?’ Bart: ‘Ik heb een 250 cc, dat is voor mij zat.’

S. kijkt hem ongelovig aan: ‘Man, dat is een brommer!’ Bart leunt vervaarlijk een beetje naar voren op zijn barkruk. ‘Jongen, als ik gas geef kom jij mij niet voorbij hoor.’ ‘Nouuuu…..,’ grijnst S., wiens testosteronbike 1340 cc heeft. Maar er blijkt een verhaal bij te horen.

‘Hiervoor had ik een Yamaha Fazer 600,’ vervolgt Bart. ‘Vorige winter had ik een kuchje. Op basis van de longfoto zeiden ze in het ziekenhuis: “We zien een vlekje, dus we doen ook even een MRI-scan.”’

Oei, dit wordt een droevig verhaal. S. bestelt nog een rondje bier en bromt ernstig: ‘Niet best kerel.’ Maar Bart stelt hem gerust: ‘Die MRI-arts zei: “Niks aan de hand, er zat kennelijk een kennelijk stofje op de lens.”’

Aha. Ik zoek het verband met overstap op de vederlichte Honda: ‘En toen ruilde je van pure vreugde je Fazer in voor een veel lichtere Honda Rebel, kennelijk al heel lang een droom?’

Bart: ‘Nee, een verpleegkundige ging me opmeten voor de MRI. Ik vroeg: wat ga je meten: mijn armen, mijn benen? Of iets anders? “Nee,” antwoordde ze, “uw lengte.” Bleek ik 1,69 lang te zijn. Nee hoor, ik ben 1 meter 71, riep ik. Helaas. “Meneer, u bent gekrompen.” Toen snapte ik waarom ik de laatste jaren op die Fazer stond te wankelen bij stoplichten. Ik ben twee keer omgevallen. Dus hup, eruit met dat ding. Hoorde ik nádat ik hem had verkocht dat-ie eventueel kan worden verlaagd. Maar goed, ik zat een keer op zo’n Rebel en: perfect! Hij is dan ook gebouwd voor vrouwen.’

Mijn vriend S. klinkt meelevend. ‘Daarom zei ik net ook: dat is een brommer. Dat was niet om te sarren.’ In Barts ogen verschijnt een onheilspellend lichtje: ‘Dat is geen brommer, dat is een mótor!’ Oké oké, het is een motor. Bart: ‘En ik ben er heel blij mee. Al ben ik al wel drie keer gevallen.’

Huh? Zelfs zo’n brommer, ehh, meisjesmotor te hoog? Bart schudt mismoedig het hoofd. ‘Nee, andere mensen doen domme dingen. Drie weken geleden reed ik tussen de auto’s door in een file op de Coentunnelweg. Ik reed 60, dus best hard. Achter me zat een gozer op een Kawasaki Ninja me op te jagen. Wat doet die hufter: hij ziet een gaatje rechts, passeert me en geeft mij een tik. Per ongeluk, maar hij reed wel door. En ik schuif zo onder de Tesla voor me. Ik had niks, maar die Tesla had schade aan de onderkant van de bumper: 600 euro. En het kenteken van die Ninja heb ik niet.’

Damn, dat is pech, en heel erg niet solidair van die andere motorrijder. Dus, ‘collega’, mocht je dit lezen, meld je bij café ‘t Moddermannetje in Alkmaar, vraag naar Bart en maak het goed, oké? Met een schoon geweten het nieuwe jaar ingaan is wel zo lekker.

Boudewijn Geels
Boudewijn Geels
Journalist, columnist, schrijver. Van integratie tot Ivo Niehe, van Mocro Maffia tot Marcel van Roosmalen, van herintredende gitaargoden tot eigenzinnige voetbalcoaches. Met eerbied voor de feiten, maar als het even kan ook met een toefje subtiele humor.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen