Toen de vader overleed, achtte de Volkskrant dat nog wel een berichtje waard. Op 3 december 2007 schreef de VS-correspondent: ‘Dat Evel Knievel uiteindelijk gewoon in bed is gestorven, mag een anticlimax heten’. Hij memoreerde Knievels doorbraak, op 31 december 1967. ‘Een sprong van 45 meter op de motor over de fontein voor Cearsar’s Palace in Las Vegas. Knievel lag een maand in coma met een schedelfractuur en gebroken bekken, heupen en ribben’.
Als zo’n man een zoon krijgt, wat doet-ie dan? Natuurlijk zeggen: ‘Jongen, je mag later worden wat je wilt, maar géén stuntman!’ Nee dus. Robbie was acht toen hij voor het eerst met zijn vader optrad. En ook hij overleed gewoon in bed. Dat was op 13 januari van dit jaar. Hij was nog maar zestig.
Boudewijn Geels: ‘Als ik iets níet nodig heb op mijn 52e is het een Honda MTX’
Wereldberoemd waren beide Knievels. Maar in de Volkskrant deze keer geen woord. De dienstdoende redacteur zal hebben gedacht: een mafkees in een sterrenpak die zinloos-domme dingen doet op een motor? Plat vertier voor Trump-adepten, dus negeren die handel.
Gelukkig ben ik als liefhebber van pluriforme journalistiek ook ge-digi-abonneerd op De Telegraaf. En jawel, die besteedde er wel aandacht aan. Als eerbetoon aan pa sprong Robbie in 1989 wél zonder brokken over de fontein, lees ik. Ook in zijn loopbaan ging het nodige stuk, maar hij zou uiteindelijk sterven aan alvleesklierkanker.
Op YouTube stuit ik op Robbies ‘Mirage Volcano Jump’, in 2008. Weer Las Vegas dus. En I love Vegas! In 2004 kromp mijn toenmalige geliefde, die erg van de hoge cultuur was, van afschuw ineen, terwijl we The Strip op reden. Ja, het was vulgair over the top, maar ik vond dat juist leuk. De relatie zou dan ook geen standhouden.
Ruim 24 minuten duurt de Youtube-docu over de Mirage Volcano Jump, terwijl de sprong zelf nog geen minuut in beslag kan hebben genomen. Maar hé, bring it on! Ik zie Robbie in zijn bijna-dode-Elvis-motorkledij fans begroeten. En ik zie eerdere sprongen: van het ene naar het andere hoge gebouw en over een kloof van een canyon. Nu gaat-ie – inmiddels met grijs baardje – conform de ‘Knievel tradition’ opnieuw springen voor ‘God, country and the devotion of the young and enthusiastic fans’.
Wat ook helemaal klopt, is dat zijn stuntcoördinator Spanky Spangler heet. Spanky heeft groot de letters ‘USA’ op de mouwen van zijn glimmende jas. Het wordt heel moeilijk, maar Robbie heeft er vertrouwen in, zegt Spanky, die door zijn interviewster hartelijk wordt bedankt voor zijn inzet als commando in Vietnam. Spanky knikt ernstig: ‘I wanna thank all our troops for protecting us right now, God bless ‘em all.’
En dan nu: jumpen maar! En daar gaat Robbie. Gelukkig wordt hij niet geflambeerd door de volcano, wat volgens het filmpje heus waar een heel groot risico is! En hij haalt de overkant! En hij is nog heel! Awesome! God bless the USA!
Ik duik in de archieven op het www. Zijn of waren er ook Nederlandse Knievels? Ik stuit op Jan Vos, een stuntpionier die in 1977 wél bij een motorstunt om het leven kwam. Damn, nooit van gehoord. Sorry Dutch daredevil!
Maar ik ken natuurlijk wel Hammy de Beukelaer, die in mijn jeugd altijd op aftitelingen van Nederlandse speelfilms en series stond. Hammy, zo lees ik, ontviel ons in januari 2018. Gezien zijn hoge leeftijd, 87, zal hij evenmin in het harnas zijn gestorven. En ook zíjn zoon, Willem, trad in pa’s voetsporen. Mooi hoor. Maar navolgbaar? Hm. Tsja. Och.
Ik denk terug aan mijn slalomcrash met mijn Peugeot SP-damesbrommer in 1986. En ik weet wat er over veertig jaar – nadat ik hopelijk in bed ben gestorven – boven mijn necrologie in dit prachtblad moet staan: ‘Eenmalig stuntman’.