De ontnuchtering volgt al na twintig seconden. ‘Lagere stepjes? Nee, dat kan niet. Er bestaan wel setjes om stepjes te verlagen, maar bij deze motor kom je dan niet meer uit met je schakelpook en je rempook. En dat is niet op te lossen.’
Mijn ‘mannetje’, praktijk houdend in een dorp op een half uur rijden van mijn woonplaats Amsterdam, doet dit al dik twee decennia, dus als hij het zegt zal het ongetwijfeld zo zijn. Mijn Kawasaki Z1000SX heb ik in 2021 aangeschaft als dé ideale tour-sportmotor. Toch ben ik tijdens lange ritten dus gedoemd last te blijven houden van mijn knieën.
Irritant, omdat een monteur wél iets kon doen voor mijn 1,96 meter lange vriend S., in het bezit van een Suzuki B-King Extreme. Zijn testosteronfiets (1340 cc, opgepimpt met een G-Pack en dus 193 pk aan de krukas, zegt hij) is zo breed als een vliegdekschip, maar rijdt verrassend licht. Alleen zuipt hij als een Maleier en is de kniehoek niet lekker. Eén dag ging nog wel, maar op de tweede dag van een motorrip door Duitsland smeet S. zijn zwarte monster bijna de bosjes in van razernij.
Terug in Alkmaar wist een motorzaak er wel raad mee. Problem solved. Nu ik nog. Nee dus. Al is de nood bij mij minder hoog, want mijn kniehoek is minder scherp en ik ben ‘maar’ 1,88 meter. En om nou wéér een andere motor uit te zoeken, mwah.
Ik slaak een berustende zucht en vraag mijn mannetje – hij wil niet met zijn naam in dit blad – hoe de zaken gaan. ‘Helemaal niet slecht,’ is het antwoord. Dat wil ik geloven, want in september waren er al 15.551 nieuwe motoren op kenteken gezet, meer dan in het hele jaar 2022, blijkt uit de cijfers van RDC, dat de statistieken bijhoudt. Maar mijn mannetje zegt: ‘Eigenlijk hoop ik op een recessie.’
Hij begrijpt mijn verbazing. ‘Ik deed nooit BMW, maar ben helemaal om. BMW-rijders balen zo van de prijzen die BMW-dealers vragen voor onderhoud dat ze op zoek gaan naar alternatieven. Dan komen ze bij eenpitters als ik terecht, die lagere uurtarieven hanteren. Het mooie van BMW-rijders is: ze zijn hoge prijzen gewend, dus het mag kosten wat het kost, en het is al gauw goed.’
Oké, maar hoezo hoopt hij op een recessie? ‘Vroeger verhuurde ik mezelf aan motorzaken, maar toen in 2012 de recessie toesloeg hadden die zelfs te weinig werk voor hun eigen monteurs. Toen ben ik voor mezelf begonnen. Want mensen wilden wel motor blijven rijden, maar niet tegen de prijzen die ze bij de dealer betaalden. Kortom: hoe slechter het gaat met de economie, hoe drukker ik het krijg.’
Die uitleg snap ik. En aan nieuwe motoren valt natuurlijk nog weinig te sleutelen. ‘Klopt. Het duurt hoe dan ook een tijdje voordat ik ze hier zie, want er zit een onderhoudsbeurt bij, plus garantie.’
Hij benadrukt de toegevoegde waarde van bonafide – iedere klant krijgt gewoon een factuur – montagestationnetjes zoals hij, die de kilometerstanden registreren. ‘Ook de vraag naar goede occasions is groot, dus worden er veel motoren geïmporteerd. Daarbij wordt helaas nogal eens met de kilometerstanden gerommeld. De historie begint dus pas zodra een motor in Nederland geregistreerd staat.’
Dat had ik in 2021 tijdens mijn jacht op een Kawasaki Z1000SX al gemerkt. Veel import, en het zag er meestal prachtig uit, maar onderhoudsboekjes: ‘Nee, sorry,’ hoorde ik keer op keer. Bij deze, van Boshuizen Motor Service in Raalte, zaten ze wel. Topaankoop tot dusver.
Mijn mannetje laat mijn Kawa even zingen. Ik let goed op zijn gezicht. En jawel, een goedkeurende hoofdknik.
Aan mijn stepjes denk ik al niet meer.