‘Weet je wat je moet doen als je hoofd vol zit omdat je het te druk hebt?’ De vraag kwam van Alex Pastoor, trainer van voetbalclub Almere City. Even denken, wat doe ik als ik wil ontstressen? Muziek maken, zeilen, en motorrijden natuurlijk. Pastoor knikte. ‘Dat laatste doe ik ook. Maar bij mij werkt het juist omdat ik het niet zo goed kan.’
Dat vond ik een fascinerend antwoord. Motorrijden is inderdaad een kunst, veel meer dan autorijden. Maar als je er slecht in bent, wat is er dan ontstressend aan? ‘Doordat ik zo geconcentreerd bezig ben, denk ik aan niks anders meer. Ik zit namelijk op de scheidslijn tussen voorzichtig en doodsbenauwd. Dus mijd ik snelwegen.’
Juist ja, de coach die woont in het Noord-Hollandse dorp Groet zou dus nooit op twee wielen naar het Yanmar Stadion in Almere komen. Wat wisten zijn staf en spelers daaraan? De enige motor waarop je zachtjes kunt rijden zonder een watje te lijken is een Harley-Davidson, want Harleys zijn showbikes, en wie hard rijdt wordt minder goed gezien. Pastoor zocht op zijn telefoon. Na een seconde of tien had hij de foto gevonden. En jawel. ‘Een Softail Deluxe,’ zei de eigenaar trots.
Boudewijn Geels: ‘Jullie MTX’ers hadden toch altijd de leukste meisjes?’
Alex Pastoor (58) is een man van contrasten. Ik ken hem sinds 1987, toen hij ervandoor ging met het mooiste meisje uit mijn klas, Mirelle. Hij is nog steeds met haar getrouwd. Een echte bink was hij destijds, met een matje en een oorring. Zo’n jongen die op school de stoerste brommer heeft. Alex werd profvoetballer bij FC Volendam en sc Heerenveen en vervolgens trainer bij clubs als NEC, Sparta en Almere City. Drie keer loodste hij een club naar de Eredivisie, wat razendknap is.
Vorig seizoen volgde ik hem op de voet voor mijn boek ‘Met open vizier: In het spoor van Alex Pastoor’, dat 4 november is verschenen bij Uitgeverij Inside (ook bekend van de onverbiddelijke bestsellers ‘Gijp’ en ‘Kieft’).
Het leverde een bijzonder en vermakelijk inkijkje op in het leven van een man met misschien wel de moeilijkste managementbaan ter wereld: coach van een betaaldvoetbalclub.
evensgevaarlijk als je hem na een wedstrijd een stomme vraag stelt. Dan kan hij je met ogen vol koude spot aan mootjes snijden. Maar op de motor is hij dus helemaal niet zo’n held? Het kan natuurlijk.
Ook voor motorrijden geldt: de een heeft er meer talent voor dan de ander. Wie slecht aanvoelt wat zo’n ding wel en niet kan, neemt automatisch minder risico.
Ik wilde die Harley natuurlijk wel even zien, en het liefst ook zelf uitproberen, dus reed ik op mijn Kawasaki Z1000SX naar Groet. Pastoor ging voor naar een ruime schuur. Ik zag fietsen, een halterbank en, onder een doek, zijn Harley. Maar een rondje toeren, nou nee. Hij: ‘We gaan zo naar de kroeg, toch?’
Wel wilde Pastoor zijn machine even starten. Een beschaafde donkere roffel volgde; voor de trainer geen illegale herrie-uitlaten. Maar dat hoofddeksel, rijdt hij daar echt mee rond? Aan het stuur bungelde een soort kinderskateboardhelmpje van een gram of twintig, zwart met een zilvergrijze ster erop. ‘Ehh, daar rij ik mee rond, ja.’ Het ziet er niet erg goedgekeurd uit. Pastoor haalde zijn schouders op. ‘Ik rij ook niet zo vaak.’
‘Laatst heb ik de motor weggebracht voor onderhoud. Die gozer vroeg wanneer ik voor het laatst de olie heb ververst. Ik zei: “Nog nooit.”’ Hij wilde weten hoe lang ik hem heb. Mijn antwoord: “Tien jaar.”’