Lichtelijk nerveus scheur ik met mijn ouwe schoolmaat S. in diens dure BMW richting Autobedrijf Wegman in Ameide. Ik ga zo een echte Honda MTX bestijgen. Dat is 36 jaar te laat – destijds bezat ik een brakke Peugeot-damesbrommer en een chronisch defecte Yamaha FS1 –, maar beter laat dan nooit. Ik heb iets goed te maken met mezelf.
Wegman is brommer-heaven, heb ik op Marktplaats ontdekt. Want ze runnen niet alleen een autobedrijf, maar ook Hondabromfietsen.nl, met bijbehorende fysieke toko in dezelfde straat. Ik heb ze gebeld en gezegd dat ik graag wil proefrijden op de goedkoopste van de enorme hoeveelheid vingerlikmateriaal: een MTX van 1.450 euro.
Column Boudewijn Geels: ‘Staan nog open: een tatoeage en… een Honda MTX’
Meteen liet de verkoper een staaltje verwachtingsmanagement op me los. ‘Toen de brommer hier binnenkwam, liep hij, maar of dat nu nog zo is, weet ik niet. U moet het echt zien als een project.’
O jee, ik heb twee linkerhanden. En 1.450 euro is in guldens weinig minder dan de MTX nieuw moet hebben gekost: zo’n 3.600 gulden. Afijn, ik hoop er maar het beste van.
Ameide blijkt te liggen in een landschap vol dijkjes en kerkjes. Old skool Nederland. Perfect om lekker rond te sjezen op je schakelbrommer – bij mij in Mokum zie je ze nooit meer. Als we arriveren, zie ik aan de zijkant van het pand een monteur sleutelen aan een rode MTX met blauw zadel. ‘Voor deze kom ik volgens mij!’, roep ik enthousiast. Ik heb het autoportier nog niet eens achter me dichtgeslagen. ‘Ik heb vanochtend gebeld!’
De MTX blijkt bijna rijklaar. Maar het betreft inderdaad wel héél duidelijk een occasion: behalve het zadel oogt elk onderdeel behoorlijk afgeragd. Maar hij staat nog goed op zijn poten en de magische letters zijn duidelijk leesbaar: ‘MTX’.
Wie kopen deze dingen nou? Jongens van zestien? Of oude jongens zoals ik? De monteur, met een grijns: ‘Meestal jongens zoals u.’ Ik: ‘Jongens dus die vroeger niet zo’n top-end-brommer konden betalen?’ Hij: ‘Of jongens die dat vroeger wel konden en nu hun jeugd weer een beetje terug willen.’
De monteur raadt ons aan om even naar binnen te gaan voor een kop koffie. ‘Binnen’ blijkt een heuse showroom met vele tientallen snoepjes uit mijn jeugd: MTX’en, MT’s, MB’s. Back to the Future, maar dan anders. Sprakeloos aai ik al die meisjesmagneten, die destijds zo onbereikbaar waren, en ik herinner me we weer de bijbehorende brommerpraat. ‘Verhoogd!’, roep ik. Mijn vriend S: ‘Snelle bocht!’ Dan in koor: ‘Twintig teur!’
Een MB blijkt nog net zo smal laag als vroeger, toen ik ook al 1.88 meter was. Die valt ook 36 jaar later dus af. Een verhoogde MT had ik in 1986 graag willen hebben en dat is anno nu nog steeds zo. Maar de rij koningsbrommers bij het raam spreekt me toch echt het meeste aan.
Er staan ook MTX’en van 125 cc tussen. Dat kan natuurlijk ook, realiseer ik me. Op het fietspad mag ik sowieso niet meer en als ik in en rond Amsterdam op de grote weg moet rijden, dan maar liever met wat spierballen onder de tank.
Maar ja, ik kom voor een brommer. Want een motor heb ik al: een Kawasaki Z1000SX. Maar wat kost dit allemaal? Ik bekijk wat prijskaartjes en schrik me een hele hoedencollectie. Een beetje knappe MTX kost al gauw 4.000 euro, oftewel 8.800 gulden. Die heb ik wel ergens, maar… oef!
Dan wordt mijn aandacht afgeleid door een bekend knetterend geluid. Ik sprint naar buiten. En jawel, hij loopt!
En hij stinkt! Zoals het hoort!
Ik zet mijn helm op en zwaai mijn rechterbeen over het zadel. Onderweg heb ik me afgevraagd hoe dit zou voelen: kinderachtig of koning? Al na een seconde weet ik het antwoord: koning!
Wordt vervolgd.