Als ik nu geen Italiaan koop, doe ik het nooit meer. Na een Honda CX500E, een Suzuki Bandit, een Yamaha V-Max en een Honda X11 is het nu tijd voor een niet-Japanner. Die Harley-Davidson komt wel als ik groot ben – ik ben pas vijftig – en BMW heeft zijn kans verbruid door middel van een proefrit op een aangrijpend slome R1200C. Zo’n dikke bul 61 pk meegeven, hahaha!
Goed, een Italiaan dus. Mijn geliefde K. hitst me op. Haar vader reed Italiaans, haar broers rijden Italiaans en de enige tweewielers waarvoor ze haar hoofd omdraait zijn Italianen. Edoch, je hoeft maar één keer semi-lollig ‘Ducati, stuk gaat-ie’ tegen me te zeggen en ik durf niet meer. Temeer omdat werkelijk elke Italiaan-bezitter, die ik in mijn leven ben tegengekomen, me vertelde over malheur die ik met mijn Japanners nooit had. ‘Karakter’ noemden ze dat dan vergoelijkend.
Eigenlijk durf ik als ’s werelds slechtste sleutelaar alleen een Moto Guzzi aan. Die lijken me net iets minder hittepetitterig-kwetsbaar dan Ducati’s, Aprilia’s en MV Agusta’s. Bovendien heb ik een collega die zijn Guzzi V11, voor zover ik weet, altijd aan de praat krijgt. Maar zekerheidshalve vraag ik dat toch nog even na.
Welnu, de collega is nog steeds verliefd op zijn Guzzi. ‘Ik heb alleen wel diverse elektronische problemen gehad, ook met starten’, zegt hij. ‘Onlangs stelde de garage vast dat er een te zware voorlamp op zat die te veel stroom trok en daardoor de zekering van de dynamo deed smelten. Sinds de nieuwe voorlamp heb ik geen problemen meer.’
Juist ja. Dat hoor ik over Yamaha’s en Kawasaki’s nou nooit.
En toch, een Guzzi Griso 1100 is op de plaatjes wel verduiveld mooi. Dus tuffen we op een regenachtige zaterdag met de auto naar Roké Motors in Woerden, die er een op zijn website heeft staan. Terwijl K. rijdt, vind ik op YouTube een filmpje van een jonge Brit die zijn Griso 1100 recenseert: ‘Ik wil niet zeggen dat alle Italiaanse motoren last hebben van elektronicaproblemen. Maar alle drie de mijne toevallig wel.’
Boudewijn Geels: ‘Eureka! Skip de stickers’
Oké, ik weet eigenlijk alweer genoeg, maar de Brit verzekert me ook dat de Griso heerlijk rijdt, en precies de goede mix biedt qua performance en comfort. ‘Alleen, als je lange benen hebt, is dit misschien niet de bike voor jou.’ Ik kijk naar mijn benen. On-Italiaans lang. Ik ben dan ook 1.88 meter.
De zwarte Griso bij Roké is uit 2006, heeft 28.000 kilometer op de teller en moet 6.750 euro kosten. Ik vertel over het filmpje van de Engelsman. De verkoper, glimlachend: ‘Rij je vaak in de regen dan?’ Eh, bij voorkeur niet. Maar soms heb je geen keus.
‘Je kunt prima Italiaans rijden zonder dat je elektronica er de brui aan geeft’, zegt de Roké-man. ‘Maar in principe heb je nu de motorfiets met de minste problemen. Een Honda X11 doet alles goed. Alleen, je hebt er niet zoveel beleving bij. Deze Griso is een tweecilinder. Het rammelt en trilt en heeft karakter. En is hij mooi of niet?’
‘Hij is schitterend’, erken ik grif, ‘maar zo te zien wel erg laag.’ Ik zwaai een been over het zadel, en inderdaad, ik ben gewoon te groot voor dit ding. Vriendin K.’s gezicht spreekt ook boekdelen.
Terug in de auto kijk ik naar de foto’s die K. heeft gemaakt en schud het hoofd. ‘Alsof ik op een bovenmaatse teckel zit. Wat die verkoper vroeg over dat in de regen rijden vond ik ook omineus. Ik wil een motor waarmee ik ongestraft een zwembad in kan rijden.’
Italo-groupie K. slaakt een berustende zucht. ‘Oké, toch weer een Japanner dus.’