Alleen de boottocht van Zweden naar Finland al. Dat maakte het de moeite meer dan waard naar Imatra te gaan. Anderstorp stond altijd wel garant voor een feestje, maar het verbleekte bij de overtocht met de veerboot. Eten zoveel je op kunt en dan de nacht door feesten met al je vrienden van het Continental Circus, wie wil dat nou niet?
Imatra zelf was een ander verhaal. Dat was nog een goede vier uur rijden vanaf de veerboot. Het rennerskwartier was behoorlijk basaal. Precies dezelfde sanitaire voorzieningen voor iedereen; geen dus. Maar daar moest dan ook iedereen mee dealen. Net als met het circuit zelf, natuurlijk. Een ouderwets stratencircuit. Hobbelig, veel sprongen en harde landingen. Het was normaal gesproken zes kilometer aan openbare weg rondom het dorp, met een treinspoor parallel aan het rechte stuk en natuurlijk de beruchte spoorwegovergang. Wat kickten de journalisten toch altijd op die spoorwegovergang… Als rijder was je met die dingen minder bezig. Of ja, er anders mee bezig. Een stratencircuit is altijd letterlijk slopend voor de motor. Indertijd kon je op sommige circuits wel een paar sessies doen zonder revisie tussendoor. Op Imatra was dat maar de vraag. Zelfs al startte je een race, of zelfs een training of kwalificatie met een motor in tiptopstaat, of je het zwart-wit geblokt haalde, wist je nooit. Kettingen, krukaslagers – zowel de big end- als de hoofdlagers –, alles kreeg flink op zijn donder. In 1973 was mijn 500cc-race dan ook snel over en stond ik langs de baan. Al kreeg ik met mijn DNF wel een eersterangsplek voor de titanenstrijd tussen MV-teamgenoten Phil Read en Giacomo Agostini in mijn schoot geworpen. Uiteindelijk won Ago met slechts 0,2 seconden voor op Read.
Met zo’n kleine marge tussen bittere rivalen, wist je dat het gewoonlijke feest na de race in het Valtion Hotel een bijzondere avond zou worden. Het was een kwestie van tijd tot, daar ging ze al… Madelaine Read – de vrouw van… – was het niet eens met de uitslag. Met een glaasje te veel op begon ze ‘die klote-privateers’ de schuld te geven. Die hadden ‘haar Phil’ in de weg gereden. Onzin, natuurlijk. Phil zei er niks van tot ik vroeg of hij zijn vrouw even kon vragen haar mond te houden. Ik bedoel, zelfs de grote Phil Read was ooit gewoon als een privateer begonnen. Dat kleine detail was-ie even vergeten, denk ik. Aangezien Read plots heel mans opstond en heel luidruchtig duidelijk maakte dat ik niets over zijn vrouw te zeggen had. Moet je tegen een licht ontvlambare Schot als ik beginnen… Billy Nelson en Jack Findlay doken me meteen in mijn nek om me tot rust te manen. Het liep uiteindelijk gelukkig met een sisser af.
Een tijdje terug sprak ik Phil weer eens en moest aan die avond denken. Blijkt dat hij zich er helemaal niets van kan herinneren. Die avond had op mij meer indruk gemaakt dan op hem, blijkbaar. Op dat ene opstootje na, heb ik altijd niks dan respect voor Phil gehad en voor zover ik weet hij ook voor mij. Er waren er nogal wat die de man Phil Read niet mochten. Maar ook die mensen konden niet ontkennen dat die man toch een aardige partij kon motorrijden…