Het gebied rondom het centrale treinstation van een grote stad heeft vaak iets armoedigs. Koffieshops tieren er welig en bij slecht verlichte zaakjes vermoed ik geregeld witwaspraktijken. Prostituees, bedelaars en erbarmelijk slechte straatmuzikanten; je vindt ze allemaal rond het station.
Dames van lichte zeden tref ik niet bij Hilversum Centraal, maar aan de achterzijde ligt wel een wijk die in de volksmond Little Istanbul heet. De hoeveelheid bewoners van allochtone afkomst ligt ‘iets’ hoger dan in naastgelegen villawijken. De winkels sluiten er perfect bij aan. Het barst er van de islamitische slagers en bakkerijen, die voor een habbekrats een geweldige Turkse pizza bakken.
Kappers zijn er traditioneel ook ruim vertegenwoordigd. Voor een tientje schotelt de aardige Syrische meneer van kapsalon Dubai (en dat allemaal in Little Istanbul) mij tijdens mijn lunchpauze een frisse coupe voor.
Vorige week was het weer tijd om mijn kop te fatsoeneren. Voordat ik uitgenodigd werd om in de stoel plaats te nemen, hoorde ik het al: de radio stond vreselijk ontstemd. Het was me niet duidelijk of ik luisterde naar Radio Damascus of dat er drie lokale zenders door elkaar uit de speaker kwamen. Het ruiste en kraakte en mijn handen jeukten om de zender correct af te stemmen. Mijn Syrische vriend daarentegen had nergens last van.
Ad van de Wiel: Vier mooie dagen in de Ardennen
Vroeger had ik hetzelfde als we op vakantie gingen. Als Hilversum Drie een paar kilometer na het passeren van de Duitse grens wegviel, hoorde ik dat direct en stoorde me dat direct. Niemand anders in de auto leek er echter last van te hebben.
Met radio’s grijp ik direct in, de zender moet correct staan afgesteld, anders word ik gek. Met motoren daarentegen heb ik dat helemaal niet. Oké, een viercilinder moet niet op één cilinder lopen, maar als de boel in de loop der jaren wat ontstemd raakt ‘hoor’ ik dat niet. Ik ben zo iemand die met een vertieft balhoofdlager rijdt en er niets van merkt. Sterker nog: in mijn jeugdjaren reed ik banden helemaal af. Als er eindelijk weer ronde exemplaren met profiel onderzaten, vond ik de motor waardeloos sturen.
Het is een zegen dat ik het alleen moeilijk heb met ontstemde radio’s en niet met motoren. Een vriend van mij heeft dat wel. Die is zijn motorfiets continu aan het finetunen. Zelfs als alles spatzuiver in orde is, moet het beter. Veringboeren hebben fortuinen aan hem verdiend. Na de zoveelste kwaliteitsimpuls is alles even goed, voordat er voor zijn gevoel weer iets anders is ‘ontstemd’ aan zijn motor. Ik ben blij dat ik daar totaal geen last van heb. Motorrijden doe ik voor mijn lol en voor mijn rust. Niet om continu na te denken of alles wel honderd procent functioneert. Zo lang ik me maar voor honderd procent vermaak, is het goed. Hoe ik denk over motoren met radio’s aan boord mag duidelijk zijn.