Toen de mooiste delen Engeland door oprukkende steden dreigden te worden vernietigd, deden ze een Brexit nog voordat het woord begrip bestond. Het werden National Parks en Areas of Outstanding Natural Beauty. En daarom kun je nu in Noord-Engeland 1200 bochtige kilometers langs heuvels, meren en schapen rijden, zonder een bedrijfsterrein of een nieuwbouwwijk tegen te komen.
‘Wilt u voor altijd veroordeeld blijven tot de benauwdheid van de steden (…) of neemt u de weg naar het grote open land, de weg naar de vrijheid?’ Een filmpje van de Bond tot bescherming van het Platteland stelde Engelse bioscoopbezoekers in de jaren dertig van de vorige eeuw voor een nijpend probleem. Door de industrialisatie woonde bijna 80 procent van de Engelsen in steden, anderhalve eeuw eerder leefde hetzelfde percentage op het platteland. Dorpjes als Newcastle en Manchester waren honderd keer zo groot geworden en dreigden alles om zich heen te verslinden. Zelfs de mooiste natuurgebieden kwamen in gevaar.
Ongetemde schoonheid
Mooie natuur, wat is dat? De Engelsen hadden eigenlijk geen idee. Ja, iets met bergen, meren en hoogvlaktes. Maar dat was dan alleen leuk voor op schilderijtjes aan de muur, maar echte great outdoors, dat vonden ze eerder iets akeligs waar ze liever niet kwamen. Ze mochten er zelfs niet komen. Hele gebieden waren exclusief voor jachtpartijen van de adel en andere rijke jongens. Indringers hielden ze hardhandig op afstand. Dat begon toch een beetje te knellen. Vooral toen aan het einde van de negentiende eeuw het volk andere ideeën over natuur kreeg. Dichters – de rocksterren van toen – liepen voorop in het bezingen van de ‘ongetemde schoonheid’ van de natuur. Een parlementslid wilde in 1884 zelfs iedereen het recht geven vrij rond te lopen in de natuur – the freedom to roam. Het voorstel werd weggehoond als legalisering van landloperij.
Matten met de politie
Ondertussen draafde de industrialisatie van Engeland door en dus werd de ene na de andere natuurbehoudclub opgericht. In 1932 kwam het tot een echt conflict. Een groep van 400 wandelaars liep demonstratief een verboden deel van het Peak District in. Dat werd dus matten met de politie. Er vielen vijf gewonden. Het zou nog 68 jaar duren voordat de Engelsen werkelijk het recht kregen om overal te lopen. Maar de demonstratie en de hieruit voortvloeide verontwaardiging, was wel het laatste duwtje dat nodig was voor de oprichting van Nationale Parken.
Natuur voor iedereen
Het belangrijkste doel van een Nationaal Park is om iedereen de kans te geven van de mooiste natuur van Engeland te genieten. En om te zorgen dat dat zo blijft kregen de Nationale Parken een eigen bestuur, dat nieuwbouw, industrie en snelwegen buiten de deur houdt. Het Peak District werd in april 1951 het eerste National Park, vijf jaar later waren het er al zeven. Op dit moment telt Engeland er tien, die bij elkaar ruim negen procent van de oppervlakte van Engeland bestrijken. Vijf parken liggen in een cirkel in Noord-Engeland. De afstand ertussen is niet al te groot en dat zorgt ervoor dat we hier een schitterende rit kunnen maken. Want jazeker, alle parken zijn met de motor heel goed toegankelijk. En dan bekruipt ons de vraag: waarom hebben we dit niet eerder bedacht?
Northumberland National Park
- Waar: noordelijkste Nationale Park tegen de Schotse grens.
- NP sinds: 1951
- Oppervlakte: 1.049 km2
- Bewoners: 2000
- Hoogste punt: The Cheviot (815 m)
Onze trip begint in Newcastle, waar je met DFDS Seaways vanuit IJmuiden aankomt. Het vroegere havendorp heeft inmiddels 300.000 inwoners en shopping malls ter grootte van een natuurgebied. Na drie kwartier stoplichten en rotondes ben je er definitief vanaf en begint the road to freedom. Dat is de hooggelegen weg die bij Ponteland langs rollende heuvels na een kilometer of veertig het eerste beschermde gebied ingaat: Northumberland National Park.
Twee inwoners per vierkante kilometer
Northumberland is het noordelijkste nationale park van Engeland en ook het dunst bevolkte gebied van het land met nog geen twee inwoners per vierkante kilometer. Daardoor staat het bekend als het gebied met de mooiste sterrenhemel, want nergens in Engeland is het donkerder dan hier. Een groot deel van het park wordt ingenomen door het aangeplante Kielder Forest met het Kielder Water. Hier moet je echt even stoppen bij het restaurant aan het water, voor superlekkere scones.
Na de breeduit slingerende boswegen trekt het landschap in het noorden open en komt een van de meest verrassende stukje van Engeland tevoorschijn: een heftig plooiend groen tapijt met wilde geiten en smalle wegen, alsof je ineens naar een heel charmant-nostalgisch deel van Schotland bent geworpen. Het bordje ‘Welkom in Schotland’ dat snel volgt, verklaart veel.
Een ander hoogtepunt bevindt zich aan de zuidelijk kant van Northumberland National Park: een prachtig geconserveerd stuk van de Hadrian Wall in een open heuvellandschap.
North Pennines AONB
- Waar: Noord-Engeland, iets onder Northhumberland, grenzend aan Yorskshire Dales.
- Area of Outstanding Beauty sinds: 1988
- Oppervlakte: 1983 km2
- Inwoners: 12.000
- Hoogste punt: Cross Fell (893 m)
Bijna grenzend aan het Northumberland National Park liggen de North Pennines, die op hun beurt weer aan het Yorkshire Dales National Park vastzitten. De North Pennines vormen een Area of Outstanding Natural Beauty, dat is de light-variant van een National Park. Wel bescherming, maar het heeft geen eigen bestuur en is dus ook wat minder uitgebreid toegankelijk. Het betekent niet dat een AONB landschappelijk onder doet voor de parken. Dat geldt zeker voor de North Pennines, die twee jaar geleden werden bijgeschreven in de UNESCO-lijst van Global Geoparks.
Helm Wind
De North Pennines staan vooral bekend om de hoge moerasheide en het glooiende hoogland met U-vormige dalen. Het heeft een flora met alpine planten die nergens anders in Groot-Brittannië voorkomen. Ook is het het enige gebied in Groot-Brittannië dat een wind met een naam heeft: de beruchte Helm Wind. Deze waait vanuit het noordoosten vanaf de Cross Fell (hoogste punt) en kan twee dagen aanhouden. Hij dankt zijn naam aan de bolvormige bewolking boven de Cross Fell die de wind aankondigt.
Lake District National Park
- Waar: Noordwest Engeland, deels aan de kust
- Nationaal Park sinds: 1951
- Oppervlakte: 2362 km2
- Inwoners: 41.100
- Hoogste punt: Scafell Peak (978 m)
Vanaf het westelijkste deel van de North Pennines is het maar een – landelijk – half uurtje naar het bekendste National Park van Engeland: Lake District. Van grote afstand zie je waar het zijn faam aan te danken heeft: het Lake District is echt bergachtig. Niet voor niets ligt hier de hoogste top van Engeland, de Scafell Peak. Daarnaast is het gebied bijzonder groen en rijk aan meren en watervallen. Hoe kan het ook anders, Lake District zit aan de westkust van Engeland, wat betekent dat er wel eens een druppeltje valt. Of zeg maar drie meter water per jaar. Op goede dagen heb je prachtige uitzichten, op slechte dagen heb je een heldhaftige rit met de sfeer van hooggebergte, ook al komt de piek niet boven de duizend meter. De smalle wegen zijn geweldig leuk, alleen al omdat ze overal dry stone muurtjes hebben, met de lengte die in de buurt van de Chinese Muur moet komen.
Laura Ashley
Met bijna twintig inwoners per vierkante kilometer is het Lake District wat dichter bevolkt dan de andere noordelijke parken, maar de mensen leven in Laura Ashley-achtige plaatsjes, waardoor het allemaal lekker kleinschalig en pittoresk blijft. En de dorpspubs zijn heel geschikt om te schuilen tussen twee buien door.
Yorkshire Dales National Park
- Waar: Grenzend aan Lake District (in het westen) en North Pennines (in het noorden)
- Nationaal Park sinds: 1954
- Oppervlakte: 2178 km2
- Inwoners: 19.000
- Hoogste punt: Whemside (736 m)
Voor het volgende National Park hoef je alleen maar een snelweg (M6) over te steken en dan ben je al in de Yorkshire Dales. Het is bijna net zo groot als het Lake District en het National Park telt maar 19.000 inwoners. Er staan 6.000 boerderijen en stallen, dus het laat zich raden wat hier een populair beroep is.
Op papier van zijn ze wat lager dan de bovengenoemde parken, maar toch ogen de Yorkshire Dales misschien zelfs wat ruiger. Vooral omdat het zo open en zwaar heuvelachtig is. En door de lekker primitieve weggetjes en de 8.700 km verweerde muurtjes die er doorheen lopen.
Onvoorspelbaar wegverloop
Het wegverloop van de stokoude wegen kan wat onvoorspelbaar zijn. Een bocht direct na een heuvel, dat soort dingen. We maakten een keer mee dat een aantal motorrijders een scherpe bocht in de route te laat zagen en daardoor een blubberig weiland inschoten. Dat zou gunstiger zijn verlopen als zij eerst het tussenliggende hek hadden geopend. Maar laat je hierdoor niet afschrikken. Het is bovenal bijna niet te geloven dat je op twee uurtjes rijden (en een nachtje varen) van Nederland in een zo compleet andere wereld terechtkomt.
North York Moors National Park
- Waar? Noordoost Engeland, grenzend aan de Noordzee.
- National Park sinds: 1952
- Oppervlakte 1434 km2
- inwoners: 23.000
- Hoogste punt: Urra Moor 454 m
Zijn we al zo dicht bij huis? Jazeker. Maar we gaan niet met de boot naar Rotterdam voordat we naar North York Moors National Park zijn geweest, dat zelfs nog iets dichterbij huis ligt. Minder ver betekent echter niet minder mooi. Oké, het landschap is aanzienlijk lager dan van alle andere parken en oogt iets minder dramatisch, maar je treft nergens zo’n lege uitgestrektheid als op de eigenlijke moors – de hooggelegen veenmoerassen. Maar net als eenzaamheid van dit geheimzinnige gebied begint te knagen, staat daar als laatste behouden huis The Lion Inn, de twee-na-hoogste pub van Engeland.
Hoogste kliffen
De North York Moors hebben ook een andere kant: 42 kilometer heftige kustlijn. Hier vind je de hoogste kliffen van de Noordzee. En een aantal alleraardigste plaatsjes, waar het net als in de rest van de Moors nog steeds een beetje 1952 is, als je de caravancampings eromheen door de vingers kunt zien.
Pas bij vertrekplaats Newcastle (256.000 inwoners) met zijn bedrijfsterreinen, files, groezelige bestelbusjes, haastige pakken en getatoeëerde tieners, komen we terug in het hedendaagse Engeland. We hadden het 1200 km niet gezien. En ook niet gemist.
Hoi,
Voor het eerst een route gedownload, het gaat om de 5 Engelse Nationale Parken in één trip!
Als ik in Basecamp inzoom zie ik dat de route niet exaxt de bestaande wegen volgt maar er min of meer over heen ‘zig zagt’ hoe zit dat, komt dat goed als ik ook echt de route ga rijden?
Hoor graag…
Bernhard
Hangt ervan af welk bestand je gebruikt. Er zit er twee in: een track-gpx (die met de voertjes) en een route (paarse wegen). De track kun je zonder meer in je toestel importeren. Die zou ik dan ook bij voorkeur gebruiken. De route zul je moeten bewerken. dt doe je door de route te dupliceren en door ‘m een andere kleur te geven. Bij info. Vervolgens herbereken je de gedupliceerde route. Dan leg je de gedupliceerde exact op de wegen van de originele route. Is dat achter de rug, verwijder je de originele route. De gedupliceerde, bewerkte route importeer je naar je toestel.